871
slechts ontsproot aan een door Hitler gegeven belofte, zou cok ditmaal
de bui wel weer overwaaien. Hoe wreed was voor vele Nederlanders het
ontwaken uit hun gedachtenwereld van goed vertrouwen.
De Duitsche „soldateneer", waarover vooral de leiders van het Derde Rijk
den mond vol hebben, evenals de „Duitsche trouw", zijn fantomen gebleken.
Wat betreft den verderen loop der krijgsoperaties, moet worden vermeld,
dat uit de, op den leider der actie tegen Den Haag gevonden papieren is komen
vast te staan, dat deze troepen opdracht hadden de stad den eersten dag
te bezetten. Toen de Nederlandsche tegenstand in het centrum van het land
grooter bleek, dan door den Duitschen Staf was verwacht, werden verster
kingen ontboden. In het begin van den achtermiddag toch werden opnieuw
parachute-troepen rond de residentie neergelaten en begon men met het
landen van transportvliegtuigen op het strand (laagwater) even bezuiden
Katwijk. Dank zij het op dat moment passeeren van Hr. Ms. „Van Galen",
welke met spoed naar Rotterdam was ontboden, werden de reeds gelande
vliegtuigen dadelijk met geschutvuur vernietigd, zoodat deze hernieuwde
bedreiging van Den Haag van het Noorden uit in de kiem kon worden
gesmoord. Weer waren het de met autotreinen vervoerde troepen van het
eerste Legerkorps, welke binnen korten tijd met de aangebrachte verster
kingen afrekenden.
Aan het einde van den dag kon men dan ook zeggen, dat de aanval op
Den Haag met succes was afgeslagen.
DE ACTIE IN HET UITERSTE NOORDEN.
De Aanval op de Vesting Holland.
HET BESLUIT VAN DE LEGERLEIDING.
De parachute-troepen om Den Haag, die den eersten dag aan den dood
of gevangenneming hadden kunnen ontsnappen, werden in den nacht van
10 op 11 en in den vroegen morgen van 11 Mei opnieuw versterkt. Tevens
kreeg hun actie dien dag een zeer sterke ondersteuning door het optreden
van de 5e colonne, welke met groote heftigheid in de residentie begon te
ageeren, doch de jacht op de parachute-troepen niet vermocht te beïnvloe
den. Door zeer krachtig ingrijpen van militairen en politie, waarbij het tot
bloedige straatgevechten kwam, werd o.a. met inzet van pantserwagens en
artillerie aan de activiteit der 5e colonne de kop ingedrukt. Voortdurend
bleven echter op willekeurige plaatsen in de stad schoten vallen, welke de
onrust gaande hielden, ook al was het gevaar voor een bezetting geweken.
In Rotterdam verliep de strijd minder gunstig. Nadat aldaar met behulp
van het korps Mariniers, Hr. Ms. Z. 5 en de T.M.B. 51 de Maas-bruggen
eenigen tijd in Nederlandsche handen waren overgegaan, moest het heroverde
terrein weer worden losgelaten, toen de door de lucht aangevoerde en op
Waalhaven gelande zeer talrijke Duitsche troepen in den strijd konden
ingrijpen. Alles was er dus aan gelegen zoo spoedig mogelijk het vliegveld
Waalhaven onbruikbaar te maken. Hr. Ms. Van Galen werd daartoe uit den
Helder ontboden en Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau stoomde voor het
zelfde doel uit Vlissingen naar Hoek van Holland op. Tevens werd aan de
Britsche Luchtmacht een intensief bombardement van Waalhaven aange
vraagd, hetwelk in de nachten van 10 op 11, 11 op 12 en 12 op 13 heeft
plaats gehad.
Het eerste Legerkorps was den eersten dag niet in staat artillerie naar
Rotterdam te dirigeeren, daar deze in actie was bij den strijd rondom Den
Haag. Hr. Ms. „Van Galen" moest dan ook de spits afbijten en werd uiteraard
het doelwit van alle Duitsche bommenwerpers, die den jager in de Rotter-
damsche havens van alle zijden bestookten. Na 31 aanvallen van duikbom
menwerpers te hebben afgeslagen, werd het schip getroffen en moest het
in de Merwedehaven zinkende worden verlaten, met het verlies van 1 doode,
1 vermiste en 3 gewonden. De tot toen toe vrijwel gespaarde bemanning greep