873 Den volgenden dag werd opnieuw een Duitsche aanval tegen het Kom- werderzand ingezet, welke wederom, volledig werd afgeslagen. Hieraan had ook de inmiddels uit den Hoek van Holland aangetrokken Johan Maurits van Nassau een werkzaam aandeel. Genoemde bodem, welke in den Texel- stroom ten anker was gekomen, wist met indirect vuur een Duitsche batterij aan den kop van den dijk in Friesland opgesteld (18 km van de ankerplaats) tot zwijgen te brengen. De positie van het Komwerderzand bleef ook verder ongeschokt, totdat de loop der militaire operaties meer in het Zuiden een verderen tegenstand van de Stelling van Den Helder nutteloos maakte. De volkomen geslaagde verdediging van den afsluitdijk doet zien, dat deze volkomen aan moderne eisehen heeft voldaan. Toen de Duitsche troepen voor het Komwerderzand het hoofd stootten, verschenen alras afdeelingen in de haventjes aan de Oostkust van het IJselmeer, alwaar zij klarigheid begonnen te maken voor het overzetten van troepen naar den N. Hollandschen wal. Daar geen troepen meer beschik baar waren om het Noordfront van de Vesting Holland te bezetten, moest in allerijl de z.g.n. IJselmeer-flottieltje worden versterkt. Een torpedoboot, 3 kanonneerbooten type Friso en 2 mijnenvegers type Van der Hulst werden op het IJselmeer samengetrokken, alwaar zich eveneens een oude rivier kanonneerboot en een aantal met mitrailleurs bewapende motorbooten van de Vesting Holland bevonden. Deze strijdmacht werd desgevraagd onmid dellijk versterkt door Fransche en Britsche motortorpedobooten, welke ten deele door het Noordzeekanaal, ten deele via de sluizen van Den Oever het IJselmeer in den nacht van 12 op 13 Mei bereikten. Inmiddels hadden de Nederlandsche vlooteenheden vooral de haven van Stavoren onder vuur genomen en de aldaar nog liggende veerboot der spoor wegen tot zinken gebracht. Zonder tegenstand van het Duitsche luchtwapen kon deze actie niet wor den uitgevoerd, verliezen bleven dan ook niet uit. Hr. Ms. Friso werd nabij den Gelderschen Hoek tot zinken gebraoht, Hr. Ms. Brinio werd aan roer en schroeven beschadigd en liep de haven van Enkhuizen binnen, alwaar het schip verder als havenbatterij gebruikt kon worden. Dank zij het tijdig aantrekken van de benoodigde scheepsmacht op het IJselmeer werden de Duitsche pogingen voor het oversteken van genoemd water naar de open liggende Oostkust van N.-Holland in de kiem gesmoord. DE AANVAL OP DE VESTING HOLLAND BEZUIDEN HET IJSELMEER EN BENOORDEN DE GROOTE RIVIEREN. Het Duitsche leger, dat op alle plaatsen de Nederlandsch-Duitsche grens was overgetrokken, rukte den eersten dag met sterke eenheden Overijsel en den Achterhoek binnen, daarbij weerstand ondervindende van de z.g.n. grenstroepen, welke conform hun opdracht en in overeenstemming met hun sterkte, slechts vertragend op 'svijands opmarsch konden werken. Ook de IJsellinie, welke als een hinderpaal tegen strategische overvallingen was opgezet en waarin zich slechts een ijle bezetting bevond, veroorzaakte den vijand eenige vertraging in zijn snellen opmarsch naar de Grebbelinie. Zoo kon het gebeuren, dat in den avond van 10 Mei reeds de eerste Duitsche troepen ter hoogte van Renkum arriveerden. Door den weerstand, welken onze grenstroepen aan het gros van de Duitsche troepen hadden geboden en de vernielingen van wegen en bruggen, welke waren uitgevoerd, duurde het echter tot Zondag 12 voordat voldoende vijandelijke troepen bij de Grebbe linie waren aangekomen om een aanval te wagen. Dank zij het optreden der vooruitgeschoven Nederlandsche bataljons had het aan onze grenzen opgestelde Duitsche leger met zijn overweldigende overmacht toch nog 3 dagen noodig gehad om de 80 km af te leggen, welke de Grebbelinie van de grens scheidt. Zondag 12 Mei begon de aanval op het acces in de inundatie-linie der Grebbe ter hoogte van Rhenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 77