891 oud, naar het mij toescheen. Vanzelfsprekend geheel wit geverfd, om niet tegen de sneeuw uit te komen, zooals alle auto's in dien tijd in Finland witgeschilderd waren. Wij konden nog geen zes minuten onderweg zijn, toen wij achter ons de eerste bommen hoorden ontploffen en kort daarop dreunde ons luchtafweergeschut, waarna het onafgebroken voort bleef vuren. Groote luchtaanval gadeslagen. Toen hielden wij ergens stil, verlieten de auto en sloegen, onder eenige boomen verborgen, het schouwspel gade. De bomaanval was tamelijk hevig. Wij zagen de stad reeds op verscheidene punten branden. De Russen kwamen in groote bommenwerpers, escadrille na escadrille, totdat wij er eindelijk meer dan honderd telden. Het was een indrukwekkend gezicht, die glinste rende dingen in strenge formatie op een hoogte van ongeveer vijf a zes duizend meter, afgeteekend tegen een helderblauwe lucht. Wij zagen ook onze eigen jagers naderen, één aan iedere zijde van de lange lijn van for maties. Toen, eenige minuten later, zagen wij de witte valschermen in de zon schitteren. Zij waren nog veel te hoog en het duurde nog geruimen tijd, voor wij konden berekenen, of er een uit de menigte zoo dichtbij zou komen, dat wij handelend konden optreden. Intusschen zagen wij een van de groote bommenwerpers omlaagvallen, eerst in cirkels en tenslotte in een vrille, daarbij een reusachtig spoor van dikke zwarte rook achterlatend. Het viel echter te ver uit onze buurt, er zouden wel anderen zijn, die er dichterbij op post stonden. Later stortten nog twee Russische machines omlaag, hetzij getroffen door onze jagers, dan wel neergehaald door het afweergeschut. Middelerwijl waren de parachutisten reeds een flink eind gevorderd en drie van hen wij zagen er vijftig in totaal kwamen nabij genceg om onze geweren te richten en hun de volle laag te geven. Natuurlijk troffen wij hen. Wij joegen ieder van hen waarschijnlijk een paar dozijn kogels in hun body en misschien was er een halve mijl verderop wel iemand, die hetzelfde deed tegen dezelfde slachtoffers. Want iedereen in Finland, die maar de beschikking kon krijgen over een schietwapen, hoe oud ook, zou op het eerste gezicht op een parachutist vuren. Het is best mogelijk, dat deze methode wel eens fataal geweest is voor onze eigen piloten, die wegens een uitgebroken brand of een ander mankement aan boord gedwongen waren om van hun valscherm gebruik te maken. Soms dacht ik hier wel aan, wanneer ik mij geheel alleen boven in de lucht bevond, maar och, wat voor nut heeft het eigenlijk om onder dergelijke omstandigheden nog te piekeren. Op de een of andere manier ga je er toch aan, dacht ik dan bij mijzelf, dus wat voor verschil maakt het eigenlijk, zoolang het maar voor een goed doel is. Hij leefde niet lang meer. Toen de parachutisten zoo laag gekomen waren, dat wij met vrij groote juistheid konden berekenen, waar zij terecht zouden komen, sprongen wij weer in de auto en begonnen wij een cross-country-rit zoo snel als de wagen maar vooruit kon. Tenslotte vonden wij de drie dood en gekleed in volle dige Finsche militaire uniformen. Kr waren zelfs parachutisten, die in het bezit waren van Finsche paspoorten en dergelijke documenten. Later zagen wij op onzen terugweg naar de stad op den weg een verdacht uitziend individu, eveneens in uniform, en toen wij den kerel naar zijn papieren vroegen, had hij alles zoo netjes in orde als voor een werkelijken Fin practisch niet mogelijk was vanwege het gebrek aan organisatie. Dus namen wij hem mee naar het kantoor van den commandant en al spoedig bleek, dat al zijn papieren vervalscht waren. Hij was vroeger een Fin geweest, doch was reeds jaren geleden naar Rusland gegaan en was nu vanzelf sprekend met vele anderen voor dit soort werk gekozen, daar hij de taal als een ingezetene spreken kon. In ieder geval leefde hij niet lang meer na zijn betrapping. Hij had trouwens zelf zijn schuld bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 95