luchtdoelartillerie dan ook weinig rooskleurig worden geacht. Gelukkig bracht het uitblijven van den aanval in een snel toene mend tempo verbetering, doch bezien in het licht van de Duitsche methode van oorlogvoering in de lucht, welke geen onderscheid maakt tusschen militaire en niet-militaire objecten, weshalve een onnoemelijk aantal kwetsbare punten diende te worden verdedigd, kan Engeland aanvankelijk onmogelijk over voldoende artillerie hebben beschikt om meer dan enkele zeer vitale punten te bescher men. Voor een deel zal het niet beantwoorden aan de verwach tingen door de luchtdoelartillerie zeer zeker aan dit tekort aan materieel moeten worden toegeschreven. Men heeft zich wel eens verwonderd en verontrust over het feit, dat sterke eskaders Duitsche vliegtuigen, ongehinderd door luchtdoelartillerie, de Engelsche kustlijn konden passeeren. Men realiseere zich echter het volgende. De Britsche kust, van Falmouth tot Dover en vandaar tot Aberdeen is niet minder dan 1250 km lang. Een batterij luchtdoelgeschut van middelbaar of zwaar kali ber heeft een werkingssfeer van rond 8 km in hoogte en 12 km in afstand. Technisch is de laatste aanduiding niet geheel juist, doch zij is, om de gedachten te bepalen, bruikbaar. Ten einde op elk punt van deze kustlijn vliegtuigen te kunnen bestrijden, zou derhalve een aantal van niet minder dan 100 batterijen noodig zijn, afgescheiden nog van het talrijke materieel van kleiner kaliber! Een dergelijke liniaire verdediging hezit echter kracht noch diepte. Wil men derhalve met succes een aanval, op welk punt van de kust ook, krachtig met afweergeschut tegemoet kunnen treden, dan is een aantal batterijen noodig, dat wij niet wagen te schatten, doch dat een zeer groot veelvoud moet zijn van even genoemd aantal van honderd batterijen. Bedenkt men daarbij bovendien nog, dat het binnenland tallooze belangrijke punten en objecten bezit, dan is het zonder meer duidelijk, dat een bescherming tegen aanvallende vliegtuigen, welke ook maar eeni- germate aanspraak mag maken op doeltreffendheid, nimmer valt te verwezenlijken. De Britsche luchtdoelartillerie kan het door eskaders van de Duitsche luchtmacht bij herhaling overschrijden van de kustlijn dan ook niet beletten dit is, bij de thans gevolgde en nader aan te geven verdedigingswijze, echter niet noodig en ook geenszins verontrustend of alarmeerend. Men beperkt zich bij de organisatie van de luchtverdediging zeer terecht tot de beveiliging van de (uiterst) vitale deelen, als daar zijn vlootbases, industriecentra, havens, vliegbases a.a. en wel door de opstelling van een zeer groot aantal luchtdoelbat terijen 1), die zoo mogelijk samenwerken met plaatselijk gestation- neerde jachtvliegtuigen. Voorts worden daarboven nog zeer krach tige afdeelingen jagers gevormd, welke den tegenstander buiten 1) Hieronder vallen uiteraard ook de zoeklichten en eventueele ballon - versperringen. 916

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 26