het door de artillerie en de plaatselijke luchtstrijdkrachten be
schermde gebied aanvallen, waar hij zich ook vertoont. Deze
afdeelingen vormen hier als het ware het operatieve orgaan van
de luchtdefensie, dat wordt ingezet, overal waar de omstandig
heden zulks noodzakelijk maken. Daar de Duitsche luchtmacht
blijkbaar elke plaats en elk object van belang acht, is het wel
duidelijk, dat de hoofdactie moet komen van de zijde van het
jachtvliegtuig. Afgescheiden van andere, niet of moeilijk naar
juiste waarde te schatten factoren (b.v. trefkans van het vuur van
den jager) zal dit vliegtuig dus veel meer in aanraking komen
met de vijandelijke toestellen de artillerie is stationnair en kan
in tegenstelling tot het vliegtuig, den tegenstander niet gaan opzoe
ken en uit dien hoofde alleen al zal het aantal door de jacht-
vliegers neergeschoten vliegtuigen dat van de artillerie ver moeten
overtreffen. Doch zelfs met sterke eskaders jagers zal men een
aanval moeilijk te allen tijde kunnen voorkomen het luchtruim
is daartoe te groot. Wel zal men den aanvaller in vele gevallen
tijdig kunnen tegemoet treden en hem op die wijze ernstige ver
liezen kunnen toebrengen.
Echter, ook op plaatsen, waar wèl luchtdoelartillerie was opge
steld, bleef het aantal neergeschoten aanvallers meestentijds
beneden de verwachtingen. In de eerste plaats kan gebrek aan
materieel daarvan de oorzaak zijn. Zulks is moeilijk te beoor-
deelen. Mogelijk was ook de samenwerking tusschen de verschil
lende defensieorganen in den beginne nog niet volkomen gere
geld. Gezien de omstandigheid, dat de pers eerst de laatste weken
gewag maakt van de voorbeeldelooze samenwerking, is er allen
grond voor het vermoeden, dat bovenstaande onderstelling althans
aanvankelijk juist was. Voorts heeft de massale Duitsche aanval
het der artillerie wel zeer moeilijk gemaakt, zeer zeker in de
eerste dagen. De gevolgde schietmethode bracht mede, dat met
een batterij van gemiddeld drie of vier stukken met een vuur
leidingstoestel niet meer dan één vliegtuig gelijktijdig kan worden
beschoten. Het geval stellend, dat een object wordt verdedigd
door b.v. 12 batterijen, zullen van een aanvalsgolf hoogstens twaalf
toestellen gelijktijdig onder werkdadig vuur kunnen worden geno
men het is Dij de huidige groote vliegsnelheden zeer te betwij
felen, of er na het neerschieten van een aanvaller nog wel tijd
is voor doelverwisseling. Hoe meer geschut, hoe effectiever de
verdediging. Toch zal het aantal slachtoffers van de artillerie op
grond van vorenstaande overwegingen steeds beperkt moeten
blijven. Een aantal van 24 vliegtuigen, dat kort geleden werd afge
schoten bij enkele nachtaanvallen, moet dan ook als een zeer
gunstig resultaat worden beschouwd. Uiteraard is het niet bekend,
hoeveel toestellen door granaatscherven ernstig beschadigd en
daardoor tijdelijk buiten gevecht gesteld worden.
Tot zoover wat betreft de „directe", d.w.z. de „waarneembare"
resultaten van de luchtdoelartillerie. Daarnaast bezit de artillerie
917