we weten het uit droeve ervaring, thans ook dezelfde risico's
loopen. Zoo heeft de jonge wereld, waarvan we zooeven spraken,
ook haar eigen oorlog gekregen, den totalen strijd, die er in hoofd
zaak een is van techniek. Dit maakt het echter noodzakelijk dat de
beroepsofficieren, waaruit de leiders en de bezettingen van de
generale staven worden gekozen, in hooge mate technisch zijn
onderlegd. Een scheiding tusschen technische en tactische wapens,
tusschen technici en tactici, is niet langer mogelijk en ook de stra
teeg zal in hooge mate technisch moeten kunnen denken.
De moderne Napoleon zal niet alleen de zuiver militaire zaken
moeten beheerschen, maar ook de techniek. Hij zal een diep inzicht
moeten hebben in het vermogen van de industrie, want nu staan
niet meer alleen de frontsoldaten, doch ook de arbeiders in de
fabrieken onder zijn commando. Hij voert geen legers meer aan,
maar heele volken met hun totale potentieel. Zeker, men zal moe
ten specialiseeren, gelijk heden ten dage de geheele samenleving
gespecialiseerd is, doch vooral de beroepsofficier zal zoo veel
technische wetenschap moeten hebben, dat hij in staat is tot
combineeren.
Wil dit nu zeggen, dat hij om het nu eens platweg uit te
drukken „een manusje van alles" moet worden Volstrekt niet.
We denken hierbij speciaal aan de opleiding aan de K.M.A. voor
de artillerie van het moederlandsche leger. Een cadet van dat
wapen kon zich, eenmaal officier geworden, in zeer veel verschil
lende richtingen ontwikkelen. Hij kon veldartillerist worden, ves
ting-artillerist (daargelaten of een dergelijke indeeling van het
zware wapen heden ten dage nog logisch is), kon naar de ponton
niers gaan of naar de torpedisten. Hij kon een technische richting
inslaan de artillerie-inrichtingen boden hem daartoe al dan
niet na een studie te Delft de gelegenheid. Er waren voorts
artilleristen bij het remontewezen en bij de Maréchaussée. Voelde
hij zich daartoe aangetrokken, dan stond hem via de Hoogere
Krijgsschool de weg naar strategische en tactische studie open.
Hiermede willen we natuurlijk volstrekt niet zeggen, dat de
artilleristische studie aan de K.M.A. de alleen-zaligmakende zou
zijn, dan wel niet voor wijziging en verbetering vatbaarhet
tegendeel is waar. We wilden hier uitsluitend aangeven hoe het
mogelijk was, een algemeenere militair-technische basis te schep
pen en dat is de richting waarin de opleiding van de moderne
officieren zich zal moeten bewegen.
Eén factor hebben we echter nog niet in beschouwing genomen
dat is de factor „mensch". Er is veel, ontzettend veel in deze
wereld veranderd, maar de mensch is zichzelf gelijk gebleven, met
een variant op de uitlatingen van vice-admiraal Ferwerda na de
vernietiging van den Duitschen kruiser Graf Spee door de Engel-
sche vloot„machines en dat beteekent in dit verband ook
wapens worden ten slotte door menschen bediend". Ondanks
928