vechtwagens, snelheid op harde wegen 25 km/u., op zandwegen en niet te zwaar terrein 10 km/u., bemand met 1 officier en 2 man en bewapend met mitrailleurs m.u.v. de commando-tank „Ina" welke was uitgerust met 1 kanon van 47 mm en 1 mitrailleur. De temperatuur bedroeg in de schaduw 35° C. r= 95° F. in de vechtwagens waren alle hefboomen enz. zoo warm, dat ze slechts met moeite konden worden aangevat. Om 14.45 kwam het peloton bij A. aan en verrichtten de officieren een verkenning tot den boschrand bij B. Er werd afgesproken, dat de artillerie bij het voorwaarts gaan der tanks, een vuurover- val zou uitvoeren op den z. boschrand en het vuur zoo noodig naar voren zou verleggen, om de tanks niet in gevaar te brengen. De vechtwagens zouden den boschrand 200 m rechts en links van den weg onder vuur houden. Te 16.00 ging het peloton aan weerszijden van den weg ten aanvalhet bleef na eenigen tijd staan om den vijand onder vuur te nemen. Er was bijna niets te zien wel waren voortdurend aan slagen te hooren van mitrailleur- en geweerkogels op de pant sering. Het eigen artillerievuur lag goed in den boschrand. De mitrailleurs van de tanks hadden door de hitte veel storingen en hepen ten slotte vast. Het kanon van de tank „Ina" verschoot 40 projectielen en was toen oververhit, zoodat het niet meer kon worden geladen de bestuurder was buiten bewustzijn door de hitte. Van tank „3" was de schutter door schietgattreffers zwaar gewond en de mitrailleurs waren onklaardeze tank ging terug. De vijand was bij de volkomen onverwachte verschijning van de vechtwagens voor een deel gevluchtde overblijvenden ver schoten hun munitie op de goed zichtbare tanks, waardoor de aan vallende Bolivianen vrijwel zonder verlies voorwaarts kwamen en de stelling een half utur later geheel in handen hadden. Talrijk zijn echter de voorbeelden, waarin de vechtwagens niet voldeden. De kleine Vickers-tanks moesten ten slotte als onbruik baar worden teruggezonden. Daarentegen hielden de „Light- Vickers „32" zich zeer goed. Een enkele maal werden de vechtwagens in den Chaco-oorlog in de verdediging gebruiktmen stelde ze dan op achter een borstwering waar de 360° draaibare toren bovenuitstak. De invloed van luchtstrijdkrachten. In bedekt terrein is de invloed van luchtstrijdkrachten op het verloop van den strijd nagenoeg geheel uitgeschakeld. Toch vinden wij in de bronnen over den Chaco-oorlog vermeld, dat het lucht- wapen voor het gevecht en voor de verkenning van groote betee- kenis is geweest. Het dichte bosch maakte het optreden van cavalerie onmogelijk bovendien gingen de paarden door gebrek aan voedsel en water te gronde. De verkenning door de infanterie kwam eveneens minder tot haar recht, zoodat zij grootendeels ten laste van de luchtmacht kwam. 942

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 54