in België, „New-Deal" in Amerika, „Front Populaire" in Frank rijk, enz. enz. En ondanks alles bleef het beeld verward, blééf de overpro ductie, bleef de verschrikkelijke werkeloosheid. De heen en weer geslingerde menschheid, levend in onrust en onzekerheid, hunkerde naar stabilisatie, naar regeling der onoplosbare problemen. Het is in een periode als deze, dat in bepaalde landen, waar de ellende wel zeer groot was, het murw geslagen volk hoe beschamend ook heil zocht in het gezag van den sterken man. De „sterke man". Hoe vèr gaan wij daarmede niet terug in de geschiedenis. Eénmans-gezag, dictatuur, de primitiefste staats vorm, waaraan het overgroote deel der beschaafde menschheid reeds lang was ontgroeid. De bouwstoffen dier dictatuur vinden wij immers tot in de oudste tijden voor het grijpen. Onmetelijke gebieden hebben haar kracht gekend en zijn aan haar zwakheden te gronde gegaan. En toch is deze machtsvorm, zij het met steeds grootere tus- schenpoozen, geregeld teruggekomen. In welken vorm ze ook verschijnt, in welke historische periode wij haar registreeren, steeds zijn haar verschijnselen dezelfde, komen haar methoden op hetzelfde neer. Het geliefdste thema is de „redding" van het volk en het vaderland in tijden van ontregeling en verwarring, terwijl dan het streven naar of zelfs de belofte van verbetering, van grootere zekerheid, het volk in de armen der dictatuur werpt. Het alge- meene beeld, dat de groei eener dictatuur ons geeft, komt in het kort op het volgende neer het opwekken van bepaalde span ningen, het ontketenen van krachten, deze richten en combi neeren het stimuleeren van een beweging die, zoodra eenmaal op gang, een dusdanige snelheid verkrijgt, dat de tenslotte menschelijke verwekkers van dit alles, alle stuur daarover ver liezen. Het is een vreemde doch ook leerzame gewaarwording, dat de dictaturen in de geschiedenis steeds hebben gestreefd naar „regeling" van een bestaande wanorde of verwarring doch dat instede daarvan hun erfenis immer bestond uit nog veel grooter chaos en ravage. In het ééne geval duurde het wat langer dan in het andere maar continuïteit in de dictatuur is op den duur uitgesloten, omdat het „persoonlijke element" van den leider, den dictator, te veel op den voorgrond treedt. Hij is de spil van een bepaalde beweging en zoolang de spil stevig staat, worden de excentrische krachten nog bedwongen, doch het einde van den dictator beteekent vroeg of laat steeds het uiteenvallen van het systeem. De beschiedenis is er om het te bewijzen en dictators waren tot dusver sterfeliik. 946

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 58