Het is wel interessant te zien, dat tenslotte bepaalde bevol
kingsgroepen steeds weer vatbaar blijken voor de fascineering
van de machtsidee en andere het klinke wellicht hoovaardig
een dusdanig ontwikkelingspeil van innerlijke beschaving
reeds bereikten, dat ze instinctief het schijnbare van die groot
heid aanvoelen, koeler blijven en streven naar evolutie.
Wij dienen ons dit zeer goed te realiseeren omdat wij daarmede
hebben te rekenen bij het bepalen van de houding van de eene
groep tegenover de andere. En hoewel wij ons scherp buiten
elke rassenbeoordeeling willen houden, laat het toch weinig twijfel,
dat de scheidingslijn die bijvoorbeeld loopt tusschen Rusland,
Duitschland en Italië c.s. eenerzijds en de z.g. Westersche demo
cratieën anderzijds, zeer zeker niet toevallig is.
Men heeft in de laatste maanden meer over politiek hooren
praten dan in vele tientallen jaren tevoren het geval was en in
het bijzonder in Nederlandsch-Indië.
Doch ,,over politiek praten" of „politiek kunnen denken" zijn
er twee.
Hoe hoort men thans niet velen het totalitaire systeem scherp
veroordeelen, maar vraagt men waarom, dan krijgt men onbe
stemde antwoorden, die in feite meest betrekking hebben op de
ellende van den huidigen dag, gevolg van de methodes der „tota-
litairen".
En het vergaat ons dan evenzoo als bij het aanhooren van het
oordeel over de z.g. „democratieën", waarbij men dan de ongeluk
ken der laatste jaren vereenzelvigt met het systeem.
Neen, op deze wijze wapent men zich innerlijk niet tegen ver
derfelijke invloeden. Wanneer men niet doordringt in het wezen
dier zaken, kan men onmogelijk 'het gevaar overzien.
Houden wij ons in dit verband bijvoorbeeld eens bij Neder
land. Hoe vatbaar toch bleken vele Nederlanders voor de in den
grond zoo valsche leuzen-tactiek. Het aantal leden der N.S.B.
wijst er in ieder geval op en het heeft even zoovelen voor de
goede zaak doen verhezen.
Hoe is het mogelijk, vraagt men zich dikwijls af, dat Neder
landers zoo diep konden zinken, dat alles wat Nederlandsch was
door hen kon worden verguisd Naast andere symptomen is
daar dan eerst te weinig trots voor het kunnen van eigen volk,
gevolg van het gebrek aan kennis daarvan. En dan komen wij
op een belangrijk punt. Tegenover de verheerlijking van al wat
„vreemd" was, stond geen of te weinig propaganda vóór, werd
te weinig gehamerd óp Holland's grootheid en daarvoor behoefde
men toch waarlijk niet eens „geschiedenis" te kennen.
Wanneer een zekere categorie in Nederland een buitenlandsche
mogendheid ophemelde wegens zijn autostrada's, techniek, orga
nisaties, dan was het dit bleek tijdens ons laatste verblijf
947