FASCISME EN HET KAPITALISME. Ons rest nog een verklaring van het fascistische standpunt tegenover het kapitalisme, omdat dit standpunt tot dusver een bepaalde afwijking vertoont met het anti-kapitalistische natio- naal-socialisme. In de eerste plaats erkent het fascisme het particuliere ini tiatief. Men weet dat de oorspronkelijke, marxistische, Mussolini tegen de „kapitalisten" heeft uitgevaren. Vooral echter de wan toestanden in 1919 toen overal in Italië het communisme dreig de, speciaal in de industriëele gebieden, hebben Mussolini tot andere gedachten gebracht. Hier ontmoetten twee belangen elkander, die der industriëelen, der „kapitalisten", die hun bestaan met ondergang zagen bedreigd en de dwingende noodzaak, het ontwrichte economische leven weer op gang te brengen. Uit dezen noodtoestand ontstond de tendenz, elkaar de hand te reiken door Mussolini den steun van het „Kapitaal" te garan deeren, waartegenover hij het op zich nam, het communisme uit te roeien. Geheel vrij hep het kapitalisme ook weer niet, daar Mussolini dit in dienst wenschte te stellen, in de eerste plaats van de natio nale productie en handel, en vooral de winsten en beleg gingen binnen het land wilde houden. Uit het geheele optreden blijkt echter dat Mussolini's houding die is als van den realist. Hij weet, dat er verdiend moet worden, dat ijver en lust worden opgewekt en bevorderd indien de mensch kans krijgt, zijn positie te verbeteren, ook materieel. Welk een scherp contrast met de proletarisatie in Rusland, ook zelfs met de „gelijkschakeling" in Duitschland. Wij stellen dus weer een in den grond eigenaardig contrast met de totalitaire opvatting vast, want hoewel Mussolini den staat ziet als den alles regelenden factor (boven allen staande), schakelt hij den mensch met al zijn menschelijkheden, ten aan zien van de hier uiteengezette gedachte, niet in als machine. Deze overtuiging heeft uitsluitend practischen grond, niet de er kenning van de onafscheidelijkheid van persoonlijk initiatief, persoonlijk eigendomsrecht van het individu is het uitgangspunt, doch het feit dat zij „maatschappelijk nuttig" zijn. Musso lini besefte dan ook zeer goed, dat schelden op de z.g'. be zittende klassen geen zin had, omdat die klassen niet alleen winst maken, maar evenzeer (zoo niet meer) verlieskansen hebben. Hij heeft dit ook voor den arbeider begrijpelijk gemaakt op de hem eigen wijze. En zoo kan men steeds weer eigenaardige compromissen waarnemen, kenmerk van de opportunistische gedachte der dictaturen. Een normaal mensch noemt zulks in consequent. De totalitaire legt zich neer bij de noodzaak. Ten slotte beschouwt het fascisme het particulier initiatief als voor waarde voor vooruitgang en vooral ontplooiing, een opvatting 955

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 67