die dus economische bureaucratie uitsluit. Echterdit ge noemde initiatief blijft dienstbaar aan de productie, het natio nale belang en daaraan ook weer ontleent de staat het recht, verantwoordelijkheid te eischen van de producenten. In dit verband gezien is het verklaarbaar, hoe nauw het eco nomische leven samenhangt met het staatsapparaat. Overal zijn de staatsorganen in betrokken, culmineerend in een z.g. corpo ratief ministerie, hetwelk boven een „nationalen Raad van Corpo raties" staat. FASCISME, DE KROON EN DE KERK. Herhaaldelijk is de eigenaardige positie van den dictator naast (of boven den koning een punt van belangstelling geweest. Mussolini maakte wij zouden haast zeggen een fascis- tischen omzwaai, toen hij de instelling van de republiek schrapte uit zijn oorspronkelijk programma van 1919. Hij geeft daaraan een zakelijken uitleg, die geheel vrij staat van eenig sentiment, nl. „dat hij een strijd tegen de monarchie als nutteloozen last beschouwde" en (hier komt het vooral op aan) „dat in het kader der monarchie alle doeleinden van het fascisme kunnen worden verwezenlijkt". Echter gaf hij den Grooten Fascistischen Raad in 1928 het recht, in te grijpen in de regeling van de troonop volging, hetgeen de macht van de Fascisten wel teekent. De tegenwoordige Italiaansche koning heeft de doeleinden, die het fascisme nastreefde in het kader van „zijn" monarchale positie niet noemenswaardig gedwarsboomd. Of dit met den huidigen kroonprins t.z.t. ook het geval zal zijn, staat te betwij felen. Indien noodig, weten de totalitaire opportunisten hier ook nog wel een oplossing voor zij benoemen een ander of zij komen tot de conclusie, dat het Fascisme het verder ook wel zonder het koningschap af kan. Men zal geen enkele aanwijzing vinden, die duidt op werkelijke koningstrouw. Als „leuze" voldeed dit begrip tot dusver, doch de dictaturen doen ons telkenmale een geestelijke wendbaarheid zien die een behoorlijk mensch ontstelt. Ook hierin schuilt een der grootste gevaren der dictatuur het volk wordt opgevoed in leugen en misleiding. Het staats apparaat geeft immers het voorbeeld. Hoe valt anders bijv. Mussolini's gelegenheidspolitiek t.a.v. zijn vrede met de R. K. kerk in 1922 te rijmen met het latere concordaat. De oorspronkelijke marxist Mussolini was geheel niet religieus, zou zelfs atheïst zijn geweest. Een uitgesproken godsdienstig leven leidt hij ook thans niet. Toch was hij het, die het Vaticaan met het Quirinaal verzoende. Omtrent de beweegredenen koestere men echter geen illusieser was slechts één motief het was practischer. Het katholieke Italië èn een groote katholieke aan- 956

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 68