961
Het was de Directeur van de K. M. A., de majoor van den
Generalen Staf P. G. Mantel, die zich met een woord van welkom
richtte tot alle aanwezigen en van dank aan hen, die op andere
wijze blijk hadden gegeven van hun belangstelling.
Onmiddellijk daarop sprak Z. Exc. de Legercommandant de
volgende redevoering uit.
Zij, die evenals ik hun opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie
hebben genoten, en die kennis hebben kunnen nemen van hetgeen op dit
uur en op deze plaats staat te gebeuren, zullen ongetwijfeld in deze dagen
meermalen met hun gedachten hebben getoefd in het aloude kasteel van
Breda in welks hooge zalen en op welks binnenplein gedurende bijkans
honderd twaalf jaren de stappen en de stemmen der cadetten hebben
weerklonken.
Nimmer heeft een onzer gedacht, dat dit anders zou kunnen zijn. Het
nooit gedachte is echter geschied. Kort voor den lOen Mei zag het eerwaar
dige gebouw zijn cadetten vertrekkenhet zal hen dit jaar niet zien
terugkeeren. Nederland in Europa werd door een verfoeilijken vijand bezet
de Koninklijke Militaire Academie te Breda is als zoodanig gesloten.
Maar Nederland in Europa is niet geheel in 's vijand handen Neerland's
Vorstin en Haar Regeering zetelen in Engeland en zetten Haar taak in
vrijheid voort. De Nederlandsche Vloot strijdt nog in de Europeesche wateren.
Het Nederlandsche Leger is in Engeland en Canada opnieuw in wording
en werkt mede aan de verdediging van de kusten van onzen bondgenoot.
En Nederland in Oost en West staat nog ongerept overeind Ook hier
is het onze taak, den strijd in Europa te steunen met alle middelen, welke
daartoe kunnen strekken. Voorwaarde daarvoor is, alles te doen wat in
ons vermogen ligt om Nederlandsch-Indië ongerept te houden.
Daartoe behoort het gestadig uitbouwen van de weermacht, van het leger.
Tot dien uitbouw behoort de zorg van de aanvulling en de uitbreiding
van het corps beroepsofficieren.
De Koninklijke Militaire Academie moet daarom in werking blijven
zoolang dit niet in Nederland mogelijk is, brengen wij haar naar dit deel
van het Rijk over.
De daarvoor noodige voorbereidende werkzaamheden zijn thans voltooid.
Heden zal het onderwijs een aanvang nemen met 30 cadet-vaandrigs, die
in een tweejarige studie zullen worden opgeleid tot tweeden luitenant van
het wapen der infanterie.
De bijzondere omstandigheden, welke tot het organiseeren van deze oplei
ding aanleiding gaven en de groote beteekenis, welke ik hecht aan de
opleiding van beroepsofficieren, deden mij besluiten deze openingsplechtig
heid zelf te verrichten.
Cadet-vaandrigs Vandaag zijt gij benoemd tot cadet-vaandrig.
Na succesvol voltooide studie zult gij over twee jaren een intrede in het
corps beroepsofficieren kunnen doen.
Een schoone en gewichtige taak wacht U dan in het Koninklijk Neder-
landsch-Indische Leger met zijn rijke tradities.
Uw directeur zal daar straks iets uitvoeriger op ingaan. Ik wil volstaan
met U enkele gedachten mede te geven op den weg, aan welks begin gij
heden staat.
Weest naarstig in Uw studie om de veelzijdige kennis eigen te maken,
welke in den tegenwoordigen tijd van den officier moet worden geëischt.
Slechts met die kennis kan de officier het zoo gecompliceerde oorlogs
instrument op de juiste wijze hanteeren.
Maar daarnaast, hooger nog, staan karakter en moreel. Bedenkt steeds,
dat van den aanvoerder, die een voorganger van zijn ondergeschikten moet