Tenslotte merkt Aneta's militaire medewerker terzake nog op 974 Wanneer wij de Duitsche verliezen aan vliegtuigen aan een nadere beschou wing onderwerpen en nagaan, welk aantal door de jachtvliegtuigen, het luchtdoelgeschut en de sperballons omlaag werd gebracht, dan blijkt, dat de jagers steeds het leeuwenaandeel tot de vernieling bijdragen. Sommigen meenen hieruit de conclusie te mogen trekken, dat bij de lucht verdediging het luchtdoelgeschut en de sperballons van zóó geringe betee- kenis blijken, dat deze, hoe eerder hoe liever, door jachtvliegtuigen dienen te worden vervangen. Deze conclusie is echter geheel onjuist. Teneinde dit aan te toonen zal zeer in het kort de werkzaamheid van en de samenwerking tusschen de verschillende luchtafweermiddelen wor den uiteengezet. Voorop dient te worden gesteld, dat, hoe goed een luchtafweer ook wordt georganiseerd en welke middelen men daarvoor ter beschikking heeft, een bombardement niet altijd kan worden voorkomen. De verdediger moet zijn strijdkrachten over de verschillende objecten verdeelen, terwijl de aanvaller, die immers het initiatief heeft, boven het door hem voor een bombardement uitgekozen object een overmacht aan vliegtuigen kan samentrekken. Om nu deze overmacht met succes te kunnen aanvallen moeten de eigen vliegtuigen onmiddellijk van den grond af worden gesteund (men kan immers niet wachten totdat vliegtuigen uit andere deelen van het land te hulp zijn gesneld). Overdag is het voornamelijk de luchtdoelartillerie, welke steun verleent en door krachtig vuur de aanvallende formaties uit elkaar schiet, waardoor de eigen jagers de gelegenheid krijgen met de verspreide toestellen af te rekenen. Bovendien wordt het werk van de jagers vergemakkelijkt, doordat deze in de sectoren, waarin de luchtdoelartillerie vuur kan brengen deze sectoren zijn uiteraard bij de vliegers bekend niet behoeven te patrouilleeren en het gebied van de actie dus wordt beperkt. Des nachts verleenen de ballonversperringen steun door uitgestrekte gebie den te versperren. Hierdoor worden de aanvallende vliegtuigen gedwongen of op zeer groote hoogte te vliegen (d.w.z. boven de ballonversperringen, welke ongeveer 6000 meter hoog zijn) zoodat de (militaire) resultaten van een eventueel bombardement gering zullen zijn, dan wel bepaalde vliegroutes tusschen de verschillende versperringen te kiezen, waardoor zij gemakkelijk door de eigen jagers kunnen worden opgevangen. Ook de bij de luchtdoelartillerie ingedeelde zoeklichten zijn des nachts een welkome bate voor de jagers, omdat de aanvallende vliegtuigen hierdoor worden verlicht en bij het eventueel verlaten van den vuursector van de luchtdoelartillerie onmiddellijk kunnen worden aangevallen. Wanneer wij in de telegrammen lezen „door de jachtvliegtuigen 100, door de luchtdoelartillerie 10 en door de ballonversperring 1 vijandelijk toestel vernietigd", dan mogen wij uit deze cijfers geen conclusies trekken ten aan zien van de belangrijkheid van deze middelen voor de luchtverdediging. De luchtdoelartillerie en de ballons hebben het door de jagers te bewaken gebied verkleind, waardoor uitputting van het jachtwapen werd voorkomen. Zij hebben de trefzekerheid voor de vijandelijke bommenwerpers verminderd door hen de hoogte in te jagen en voor wat betreft de luchtdoelartillerie door hen te dwingen tot afwijking van de aanvliegrichting op het doel. De luchtdoelartillerie heeft de verbanden van de bommenwerpers, waarin hun defensieve kracht schuilt, verbroken, waardoor de jagers in staat waren afzonderlijk vliegende toestellen aan te vallen. Hoeveel vijandelijke vlieg tuigen waren reeds beschadigd door de luchtdoelartillerie en hadden een deel van hun vlieg-eigenschappen verloren, toen zij daardoor een gemak kelijke prooi voor de jagers werden Wij weten het niet en er zullen wel nimmer nauwkeurige gegevens daarom trent beschikbaar komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 86