BESTUURS- EN POLITIEAMBTENAREN OVER DE LANDSVERDEDIGING. Nu de landsverdediging door de nieuwe methoden van oorlog voering in breedere banen moet worden geleid, verdient een drietal in het thans h.t.l. uitgegeven Koloniaal Tijdschrift onze volle belangstelling. In het Juli-nummer schreef assistent-resident Statius Muller onder den titel Het plaatselijk bestuur tegenover enkele aspecten van de moderne oorlogvoering 975 Maar wel blijkt uit het bovenstaande duidelijk, dat men bij een goed georganiseerde luchtverdediging zoowel over jagers als over luchtdoel artillerie en ballonversperringen moet kunnen beschikken en er geen sprake van kan zijn het eene afweermiddel ten koste van het andere uit te breiden of te vervangen. Het zal wel geen weerspreking vinden, dat de bestuursambtenaar, zijnde leek, wel doet zich van beschouwingen over strategische onderwerpen te onthouden. De moderne oorlogsvoering bestaat echter niet uit louter groote strategie, zij heeft tal van kanten, die zoowel de burgerlijke bevolking raken als de politie, terwijl de groote ervaring en plaatselijke kennis der civiele ambtenaren niet onbenut behoort te blijven in een tijd, waarin alles dienstbaar gemaakt moet worden aan den beheerschenden factor van onzen tijdde landsverdediging. Een onderdeel van het gecompliceerde vraagstuk moge hier in het kort worden aangeduid. Zonder op de hoogte te zijn van de door de legerleiding aanvaarde doel stellingen ten aanzien van de verdediging van het land, kan ook een niet- ingewijde, door verband te leggen tusschen de beperkte sterkte van het beroepsleger, versterkt door de Europeesche militie en de oppervlakte van Nederlandsch-Indië begrijpen, dat het leger slechts tot taak kan hebben bepaalde gebieden van het uitgestrekte rijk bezet te houden, waaruit volgt, dat de beschikbare strijdkrachten voor de gestelde taak 'bijeengehouden moeten worden en niet in kleine onderdeelen kunnen worden gesplitst voor het dirigeeren van troependeelen naar gebieden waar geen groote acties verwacht worden. Het handhaven van de orde en rust zal dus in zeer belangrijke deelen van het land geheel overgelaten moeten worden aan het bestuursapparaat en de politie. De jongste oorlogservaring heeft geleerd, dat een in grooten stijl uitge voerde aanval zich niet beperkt tot het aangrijpen van het directe aanvals- object, doch gepaard gaat met een groot aantal kleine, zelfs zeer kleine, nevenoperaties, welke tot doel hebben onder de burgerbevolking verwarring te stichten en waar mogelijk verbindingen, verkeerswegen en telefoonlijnen te verbreken, voedsel en andere voorraden te vernietigen en het economisch bestel plaatselijk te ontwrichten. De vraag rijst, hoe de besturende ambtenaren ter plaatse zich tegenover vijandelijke operaties van dezen aard moeten stellen, in het bijzonder indien niet op bijstand van de geregelde troepen gerekend kan worden. Het behoeft geen betoog, dat met niet of zwak gewapende bevolkings patrouilles en een handjevol met karabijnen uitgeruste politie-agenten niet snel kan worden opgetreden zelfs tegen zeer zwakke vijandelijke groepen, indien deze zelfs maar beschikken over een aantal lichte mitrailleurs. Indien de stelling verdedigbaar is, dat langs de uitgestrekte vlakke Noord kust van Java bijkans overal en elders in den archipel, langs reeden en strand- kusten zonder tal, met kleine booten, visschersvaartuigen en zelfs prauwen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 87