976 kleine detachementen aan land gebracht kunnen worden, behoeft de vraag geen beantwoording, welke een grenzenlooze verwarring hierdoor kan worden teweeggebracht, indien de plaatselijke overheid er niet in slaagt deze detachementen aanstonds onschadelijk te maken. Het onmiddellijk ontdekken van landingspogingen van dezen aard, zelfs als deze s nachts plaats hebben en het localiseeren der gelande eenheden is niet het moeilijkste gedeelte van de aan de plaatselijke autoriteiten te stellen opgave. De duizenden eigen visschersvaartuigen en de kustbevolking kunnen hiervoor worden georganiseerd. En deze taak kan, indien het geheele land in staat van oorlog wordt gebracht, het beste worden toevertrouwd aan de besturende ambtenaren ter plaatse, die door de kennis van de gesteldheid van het land en de mogelijkheden, die de bevolking biedt, een afdoend systeem van bewaking kunnen opbouwen. Het aantasten en vernietigen van kleine, goed uitgeruste vijandelijke afdeelingen valt helaas echter buiten de mogelijkheden, aangezien voor een onmiddellijk plaatselijk militair optreden zoowel geoefende manschappen als de noodige bewapening ontbreken. Gezien de buitengewoon groote belangen, welke hier op het spel staan, loont het de moeite de vraag onder de oogen te zien, of het inderdaad niet mogelijk is een aannemelijke oplossing voor het hier gestelde vraagstuk te vinden. Scherp gesteld komt het er op aan, plaatselijk de beschikking te hebben over voor dit bijzonder doel opgeleide en bewapende troepen, welke de gesteld heid van het land uitstekend kennen en die in verband met de enorme uit gaven, welke aan het geregelde leger en vloot ten koste gelegd moeten worden, goedkoop zullen moeten zijn. Deze territoriale troepen zullen bestemd moeten zijn om binnen een beperkt gebied actie te voeren, om in de eigen woonstreek en daar alleen te worden ingezet. Goedkoop zullen deze troepen zijn, indien zij plaatselijk worden opgeleid, waardoor kosten voor kazerneering en alles wat hier verder bijkomt goeddeels worden vermeden. Deze territoriale militie, welke beperkt kan blijven tot de langs de kust gelegen districten, zal slechts, wat de bewapening en de encadreering betreft, een wissel behoe ven te trekken op 's Lands fondsen en menschenmateriaal van het staande leger. Ook in een ander opzicht is het mogelijk de directe organen van het Binnenlandsch Bestuur dienstbaar te maken aan de zaak van de lands verdediging. Hoe intensiever de defensie wordt voorbereid, hoe meer de burgerbevolking in al haar geledingen betrokken wordt in de verdediging van het land, hoe klemmender de noodzaak, dat de ambtenaren van het burgerlijk bestuur niet alleen een helder begrip toonen voor de eischen van de legerleiding, doch voor de taak berekend moeten zijn ook metterdaad mede te werken het aan hen toevertrouwde ressort van vijandelijke infiltra ties te zuiveren. Hoe waarschijnlijker het wordt, dat ook voor militaire actie een wissel op het bestuur getrokken zal worden, op oogenblikken dat onmiddellijk ingrijpen vereischt is, des te duidelijker zal het zijn, dat in deze omstandig heden ook voor deze ambtenaren een militaire opleiding, zoo niet nood zakelijk, dan toch uiterst gewenscht moet zijn te achten. In een zoo kwetsbaar gebied als Nederlandsch-Indië moet toch zeker de eisch kunnen worden gesteld, dat het grootste gedeelte van het corps Europeesche bestuursambtenaren gedurende en onmiddellijk aansluitende aan het beëindigen van de studie, tot reserve-officier behoort te worden opgeleid. Een zelfde eisch kan gesteld worden aan de ambtenaren van het Inheemsch bestuurscorps. Gedurende de driejaarlijksche opleiding aan de Mosvia's te Bandoeng en Magelang bestaat alle gelegenheid voor een militaire training tot en met den rang van sergeant, terwijl een groot gedeelte der afgestudeerden, die voor toelating tot de bestuursopleiding een strenge lichamelijke keuring hebben ondergaan, eveneens tot reserve-officier kan worden opgeleid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 88