978 Het is noodzakelijk Indië op korten termijn zoodanig weerbaar te maken, dat een vijand die ons mocht willen aanvallen, daarvoor offers zou hebben te brengen die hem te zwaar zijn. Geen mindere doelstelling kan ons bevrijden en ons voortbestaan is van de verwezenlijking dezer doelstelling afhankelijk, Voor een voldoende weermacht zijn noodigmenschen, geld en wapenen. Allereerst het menschenmateriaal. Hierover kunnen wij kort zijn. Er wonen in Indië 60 millioen menschen, trouwe onderdanen van de Koningin, waaronder strijdbare volkeren. Hieruit kan een leger van voldoende sterkte worden gevormd. Het beste lijkt een tweeledige organisatie, n.l. een kemleger de tegen woordige zee- en landmacht, maar dan aanmerkelijk vergroot aangevuld door territoriale Inheemsche vrijwilligers- of militiecorpsen, die vooral een guerilla-oorlog voeren (aanvallen in den rug, bestoken van verbindingslijnen, enz.). Deze corpsen zouden op een geheel nieuwe, Oostersche basis moeten worden georganiseerd. De vorming ware toe te vertrouwen aan het B.B., met militairen bijstand. Zoodoende is te bereiken, dat deze „barisans" niet buiten en tegenover de Inheemsche maatschappij komen te staan en dat zij gevrijwaard blijven voor deloyale beïnvloeding. Bijgestaan door militaire adviseurs zou het B.B. volkomen in staat zijn zulke corpsen op korten termijn te organiseeren en desverlangd daarmee zelf ten strijde te trekken. Geleidelijk aan kan men, op deze organisatie voortbouwend, haar ver sterken, steeds beter bewapenen en encadreeren en er ten slotte een geheel modern leger van de beste kwaliteit van maken. Verdient het dan niet de voorkeur van den aanvang af uitsluitend op kwaliteit te werken en te volstaan met een zoo snel mogelijke uitbreiding en perfectionneering van het tegenwoordige beroeps- en Europeesche militie- leger Neen, want dat gaat niet vlug genoeg. Wij staan voor een leemte, die in zeer korten tijd overbrugd moet worden en dat is alleen mogelijk met territoriale corpsen als juist bedoeld. Het tijd-risico van de andere oplossing is te groot zeer wel zou het ons bestaan kunnen kosten dit risico te aan vaarden. Het betere is hier de vijand van het goede. In De Politie, het orgaan van de Vereeniging van inspecteurs van politie in Nederlandseh-Indië, merkte de redactie onder het hoofd Paraatheid het volgende op Uit de persoonlijke ervaring is het ons bekend, hoe de politie in Nederland was bewapend, en als wij zeggen beslist onvoldoende, dan is dat voor het gedeelte buiten de grootste steden niet te sterk uitgedrukt, en ook daar liet het nog veel te wenschen over. Dit is geen aanloop om te beweren, dat de politie in Nederlandsch-Indië, gerekend naar normale tijden en bij een normale dienstuitoefening, onvol doende bewapend is, dat zij verre. Maar normale tijden en normale dienst- oefening behooren tot het verleden en helaas kunnen wij onze bewapening alleen moderne Colt (cylinder zessehoots) en karabijn model-95 ook bij het verleden rekenen, vergeleken bij de wapenen, waarover eventueele aanvallers zullen beschikken. De feiten hebben zulks bewezen. Wat o.i. een goed uitgerust politiekorps thans noodig heeft, vooral op afgelegen detachementen en kleine binnenplaatsen, waar hulp van militairen niet kan worden verwacht, is een voldoend aantal machinegeweren en auto matische vuurwapens, b.v. zooals die sinds jaren in gebruik zijn bij de Amerikaansche politie. Dit is geen weelde en het geeft vooral nu - èn voor de bevolking èn voor het korps een gevoel van veiligheid en het berekend zijn voor de opgedragen taak. Wij weten het, de Regeering heeft momenteel handenvol werk, veel heeft Haar bijzondere aandacht noodig, maar wij meenen, dat het onze taak is om

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 90