1081 kanon van 21 of 24 cm. Gewoonlijk worden deze vuurmonden per spoor ver voerd (spoorweggeschut)In Polen is echter geen gebruik gemaakt van zulke zware wapenen. HET PAARD ALS TREKDIER. Het meerendeel van de Duitsche legervoertuigen wordt nog door paarden getrokken. Hoewel de divisiën beschikken over tank-eenheden en gemotori seerde infanterie, geldt behoudens t.a.v. de pantser- en gemotoriseerde divisiën de regel, dat de voertuigen paardentractie hebben. In de afge- loopen vijf jaren heeft Duitschland groote aantallen Amerikaansche (Missouri) muildieren gekocht. In Polen zijn zij echter niet gezien. Het opperbevel heeft zeer juist gerekend op toeëigening van Poolsche rij- en trekpaarden. Polen staat bekend als paarden fokkend land en aan het eind van den veldtocht werden de meeste legervoertuigen getrokken door gedrongen, in de steppen gefokte dieren. HET PANTSERWAPEN. Omtrent de den Polen door het Duitsche pantserwapen toegebrachte slagen zou gnl. Blaskowitz na de vermeestering van Warschau o.m. hebben gezegd„Indien de Polen ook maar een derde deel hadden gehad van het aantal tanks, dat wij tegen hen gebruikten, zouden wij wellicht nog voor de Weichsel vechten. Zij zouden onze aanvallen met voldoende gepantserde kracht kunnen zijn tegemoet getreden om onze overvleugelende acties ernstig te hinderen. Maar nu was het, wanneer wij in front tijdelijk werden tegen gehouden, voor ons een eenvoudig zaak öm de flanken van hun loopgraaf- of pillbox-linies heen vliegende colonnes vechtwagens te zenden. Was hun rug eenmaal door onze gemechaniseerde troepen bedreigd, dan moesten zij terug, hoe sterk de door hen bezette punten ook waren". De pantserdivisie bestaat uit 1 tank-brigade van 2 regimenten (2 bataljons lichte, 1 bataljon zware vechtwagens), 1 regiment infanterie (1 bataljon op gepantserde rupsband-voertuigen, 2 bataljons op voor troepenvervoer inge richte gewone vrachtauto's), 1 afdeeling gemotoriseerde artillerie en verdere gemotoriseerde hulptroepen. De tankbrigade voert den „speerpunt-aanval" uit. Vóór de tegenpartij van den schok is bekomen, rukt het infanterie-regiment op, het gepantserde bataljon aan het hoofd. Daarachter volgt de artillerie. De infanterie neemt een stelling in en graaft zich in. Gaat de vijand nog tot den tegen aanval over, dan zijn de pantsertroepen er volkomen op voorbereid, hem af te slaan. Deze eenheden treden zoo snel op en ijlen zoo ver vooruit, dat zij zich reeds een week vóór de aankomst van de hoofdmacht voor Warschau bevon den. Door haar actief optreden wisten zij de Polen al die zeven dagen in den waan te houden, dat het Duitsche leger reeds voor de voorsteden lag. Het voornaamste Duitsche anti-tankwapen is de 3,7 cm. Deze vuurmond verschiet een projectiel van 0.5 kg, als regel slecbts op korte afstanden. Het is de bediening ingeprent, het vuur niet te openen alvorens de vijandelijke vechtwagens binnen de 300 m zijn gekomen. Maar dan, zooals een van de bij dit geschut ingedeelde soldaten zeide„gaat het erom of je de tank te pakken krijgt, of de vechtwagen jou". VERBINDINGSTROEPEN. De samenstelling van het bataljon verbindingstroepen kan niet worden opgegeven. Dit moet daaraan worden toegeschreven, dat men nog steeds bezig is met het nemen van proeven, met zooals een bij die troepen inge deeld officier zeide „een nieuw wapen". De berichtgever was uiteraard nieuwsgierig naar deze verrassing. Hetgeen hij langs omwegen wist uit te vorschen verdient ook al is het geen „nieuw wapen" toch wel de aandacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 102