tegenover, dat een goede opleiding van het personeel een groote theoretische kennis vereischt van het systeem en van het schieten. Bij een mechanisch systeem is het noodzakelijk, dat het mecha nisch raderwerk door menschenhanden bediend goed en vooral ook zuiver loopt. Het personeel moet zuiver en snel leeren werken. Het moet een idee hebben, waarom in bepaalde gevallen een groote zuiverheid van werken is vereischt. Bij de opleiding moet hieraan de grootste aandacht worden besteed. Wanneer tijdens de opleiding fouten worden gemaakt, moet de instructeur er niet alleen van op de hoogte zijn, waaraan deze fouten vallen toe te schrijven; hij moet bovendien in staat zijn, ze te onderkennen. Dit is slechts mogelijk indien hij van de geheele werking van het systeem grondig op de hoogte is. Wordt er tijdens het werkdadig vuur een fout gemaakt, dan moet de vuurleider, die op dat moment op den commandopost zit, onmiddellijk kunnen beslissen, waaraan deze fout is te wijten. Het zwaartepunt van het vuurleidingssysteem is dus als het ware verplaatst naar de opleiding. Van de officieren wordt hierdoor belangrijk meer kennis vereischt dan zoo op het eerste gezicht zou blijken. Dit geldt niet alleen voor dit vuur leidingssysteem, dat nog betrekkelijk eenvoudig is het geldt in nog veel sterkere mate voor de luchtdoelartillerie. 2. Het bestaande systeem. Het bestaande systeem gaat uit van het beginsel dat de vuur leider de persoon is, die de onvolkomenheden van dat systeem door corrigeeren moet verbeteren. De waarneming is hier derhalve primair. Een korte beschrijving van den gang van zaken moge dit verduidelijken. Men verkrijgt de voor de vuuropening benoodigde gegevens door berekening en past daarbij afrondingen toe. De meting met groote basis is te beschouwen als afstandmeterde daarmede bij de plaatsbepaling gevonden afstanden worden voor het berekenen van het afstandsverloop afgerond tot 50-tallen meters. Nu stelt men de opeenvolgende trefplaatsen bij indirecte richting vast door bij den afstand en de zijdelingsche richting van de voorgaande trefplaatsen een bedrag van vuurtempo X afstandsverloop resp. doorzeiling op te tellen. In het berekende afstandsverloop schuilt, zooals we zagen, steeds een kleine fouthetzelfde geldt voor dé doorzeiling. Bij de evenvermelde wijze van vaststellen van de volgende trefplaats vermeerdert men nu de reeds in de voorgaande trefplaats aanwezige fout na elk vuurtempo met een veelvoud van de fouten, welke kleven aan afstandsverloop en doorzeiling. Bovendien verwaarloost men de verandering in vluchttijd, welke bij snelle doelen nog vrij groot is, vooral op de groote afstanden. Bij de indirecte richting zullen de doelen vooral de snelle dan ook steeds de neiging vertoonen, zoowel zijdelings als in afstand onder het vuur uit te loop en, zelfs indien zij met constante 1010

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 25