NIEUW SYSTEEM.
BESTAAND SYSTEEM.
IV. DE WERKING VAN HET NIEUWE SYSTEEM BIJ GE
BRUIK VAN DE KORTE HORIZONTALE BASIS.
EEN VERGELIJKING TUSSCHEN BEIDE SYSTEMEN
BIJ GEBRUIK VAN DEZE BASIS.
A. De werking van het nieuwe systeem bij gebruik van de korte
horizontale basis.
1. Bepaling van het afstandsverloop.
Ten gevolge van de spreidingen in de afstanden bij gebruik
van een afstandmeter, is het thans niet mogelijk, afstandsverloop
op den trefplaatsbepaler zelf te vinden. Er zijn thans minstens
4 metingen in een totaal tijdsverloop van ongeveer 60" noodig
ter verkrijging van een vrij zuiver afstandsverloop. Dit geschiedt
op een afzonderlijken afstandsverloopbepaler, welke overeenkomt
met den bestaanden.
Nadat het afstandsverloop is bepaald, wordt dit ingesteld op
den trefplaatsbepaler.
2. Bepaling van de doorzeiling.
De doorzeiling wordt op dezelfde wijze bepaald bij gebruik
van de groote horizontale basis. In een vast meettempo geeft
de hoekmeter op den cop. de azimuthstanden naar het doel op.
Zij worden doorgegeven naar den trefplaatsbepaler. De bedienaar
voor de zijdelingsche richting stelt ze na ieder meettempo in
het verschil tusschen twee opeenvolgende meetrichtingen geeft de
doorzeiling in duizendsten van het doel.
1012
aanwijzing aan de stukken welke
tijd kost achterwege kan blijven.
Tijdens het vuur kan, wanneer bij
de stukken het doel is gevonden,
worden overgegaan op directe richting.
5. Bij toepassing van de groote ba
sis reageert het vuurleidingssys
teem mechanisch op koers en
snelheidsveranderingen van het
doel.
lang niet zuiver is, heeft het geen
zin, met de indirecte richting aan te
vangen.
5. De meetgegevens komen zoo
laat binnen, dat de vuurleider geëigen
de correcties op het afstandsverloop
moet schatten uit de verkregen waar
nemingen. Bij de indirecte richting
gaan ten gevolge van de ontstane
fout in de zijdelingsche richting, min
stens één, zoo geen twee lagen voor
de waarneming verloren.