Dat hiermede goede resultaten zijn te verkrijgen bewijzen de ervaringen, opgedaan in den strijd in de Chaco, waar de stellingen dun bezet waren, de opstellingen een geringe diepte hadden en de plaatselijke reserves aan zeer veel zijwaartsche verplaatsingen onderhevig waren. Voorbeeld Inzet der reserves bij Kahé (D.O.A.). Kahé was een station aan de n. spoorbaan, waar de Duitsche troepen een stelling hadden bezet om de onder Generaal Stewart uit het n. komende le Engelsche divisie op te vangen. Von Lettow- Vorbeck schrijft hierover „Ten einde het terrein grondig te leer en kennen, waren patrouilles van Europeanen voortdurend in de weer en ook ik benutte daarvoor elke beschikbare minuut. Door het dichte onderhout werden paden opengekapt, welke van merkteekens werden voorzien. Hierdoor was het mogelijk, dadelijk te kunnen bepalen, op welk deel der stelling wij een ajdeeling zouden inzetten". Ten n. van Kahé was het terrein minder zwaar begroeid hier gebruikten de Engelschen cavaleriepatrouilles voor de ver kenning. De in de, dit terrein begrenzende, boschranden zeer goed gemaskeerd opgestelde Duitsche infanterie nam die patrouil les niet onder vuur doch toen de Britsche infanterie ten aanval oprukte, zette von Lettow-Vorbeck den tegenaanval in. De daar voor aangewezen troepen konden door de genomen voorbereidende maatregelen op tijd en te juister plaats worden ingezet, waardoor de eerste Engelsche aanval zware verliezen leed. De bewapening. De bewapening van de infanterie is van grooten invloed gebleken op de verdediging. In den strijd in de Chaco gebruikte men voor de eerste maal in grooten getale mitrailleurspistolen. Te zamen met de mitrailleurs verleenden zij aan de infanterie een zoodanige vuurkracht, dat hoewel de uitgestrekte fronten er bijna steeds toe noopten, ijle opstellingen in te nemen in den geheelen oorlog zoo goed als geen enkele frontale aanval is gelukt. Vermeldenswaard is, dat de lichte mitrailleur van het merk Madsen met zeer veel succes is gebruiktook de Stokes-mortier heeft in dezen strijd zeer goed voldaan. Hetzelfde geldt voor den Engelschen mijnenwerper in den oorlog in Duitsch Oost-Afrika. De beveiliging. De beveiliging in front moet zoo mogelijk in den rand van het bedekte terrein worden opgesteldis dat terrein zeer uitgestrekt, dan zal men ijl opgestelde voorposten dienen te gebruiken, welke hoofdzakelijk de wegen en paden afsluiten en zich overigens tot patrouillegang in het tusschengelegen terrein zullen moeten be- 1016

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 31