voorgaande afdeeling over te nemen opdat de voorste afdeelingen haar voorwaartsche beweging kunnen voortzetten. SLOTBESCHOUWINGEN. 1. Waar in een land bedekte terreinen veel en op groote schaal voorkomen, zullen zij in een oorlog een groote rol spelen. Bedekte terreinen boden van oudsher een schuilplaats aan den zwakkere, omdat zij hem de gelegenheid gaven, op het voor hem gunstigste moment en op de door hem gewilde plaats te voorschijn te komen. Zich aanpassend aan de eigen schappen van het terrein, leerde hij de voordeelen ervan uitbuiten, waardoor hij zich superieur kon gevoelen tegenover een aanvaller, die zich niet zoo goed wist aan te passen en te kampen had met alle moeilijkheden, die een bedekt terrein opleveren. Doch ook tegenover den in den boschoorlog gelijkwaardigen tegenstander biedt het bedekte terrein den zwakkere het voordeel, het gevecht te kunnen vertragen, te ontwijken en een vernietigende beslissing te voorkomen. 2. Gaan wij den invloed na van terrein op de gevechtshande lingen, dan valt allereerst op, dat het in het algemeen rem mend werkt op nagenoeg alle handelingen van het gevecht. Het vertragend optreden en de verdediging kunnen, ondanks de kleine schootsvelden, toch tot hun recht komen, terwijl de actie op 's vijands verbindingen, waarbij de factor verras sing van groot belang is, eveneens zeer veel succes kan hebben. De nieuwe technische hulpmiddelen komen er niet volkomen tot hun rechtde infanterie zal voornamelijk het gevecht moeten voeren, bewapend met zware en lichte mitrailleurs, mitrailleurpistolen, karabijn en klewang of bajonet. 3. De beweeglijkheid van de troepen wordt belangrijk belem merd, terwijl de versluierende werking van het bedekte terrein dwingt tot het nemen van uitvoerige maatregelen. De onbekendheid met den toestand bij den vijand en bij eigen troepen vormt niet alleen een groot gevaar, maar geeft ook aanleiding tot onder- of overschatting van 's vijands kracht. 4. De verkenning zal vaak aan de infanterie moeten worden overgelaten, daar vliegtuigen, cavalerie of wielrijders deze taak niet of bezwaarlijk kunnen verrichten. De beveiliging zal eveneens aan de infanterie ten deel vallen, terwijl het groote gevaar van nabij zoowel den verdediger als den aan valler dwingt tot uitgebreide maatregelen. 5. Voor den aanvaller zijn de nadeelen grooter dan de voor deelen. Het ontbreken van artilleriesteun en de groote moei lijkheden ten aanzien van het verband, welke voortvloeien 1022

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 37