Daar de beweging in hooge mate opportunistisch is, zal men zich
afvragen, waarom Hitier dan zulk een lijvig boek over zijn
doctrines schreef. Echter zeide Goebbels (nog vóór 1933) „Indien
ik de partij had gesticht, zou ik in het geheel geen program hebben
opgesteld", en dit geeft een typische gedachte weer. Immers, op
programma's kan het publiek den leiders wijzen, zoo zij een anderen
weg inslaan.
Maar in Duitschland wonen Duitschers hier blijkt het mèt een
program, mèt een geschreven doctrine toch mogelijk, in strijd
daarmede te handelen zonder dat het volk in verzet komt.
Noemen wij slechts als laatst „klassiek" voorbeeld het pact met
Sovjet-Rusland in 1939. Het legde eerst non-agressie, daarna
vriendschap vast, terwijl Hitler in „Mein Kampf" letterlijk zegt,
dat hij elk verbond met Rusland als „het einde van Duitschland"
ziet. Bij het eerste gerucht van dit pact was het volk werkelijk
verstomd, na 2 a 3 weken vertoonde het „volkomen begrip". Dat
is de typische karaktertrek van een volk als het Duitsche, dat het
dit verwerken kan. Men kan het noemen wat men wil, doch wij
wenschen slechts het gemak te constateeren waarmede Hitier de
massa met één fiksche radicale koerswijziging medekrijgt. Disci
pline Gebrek aan intelligentie Gebrek aan individualiteit
Wij gelooven het eerste en vooral het laatste, al zouden wij naast
de Duitsche discipline nog kuddegeest willen noemen. Op het
Duitsche karakter komen wij vanzelf nog terug.
Wij kunnen ons hier een oogenblik wagen aan een vergelijking
met het Italiaansche Fascisme. Met de leuze bereikt men in Italië
veel, maar toch moet Mussolini nog rekening houden met den
critischen zin van het Italiaansche volk. Echter neemt deze consi
deratie af naarmate zijn positie door weermacht en partij-apparaat
wordt versterkt, m.a.w. naarmate hij steeds verder boven het
volk uitgroeit. Er viel een opmerkelijk verschil vast te stellen
tusschen de publieke stemming tijdens het Abessijnsch conflict,
toen de Duce zeker het gros van het volk achter zich had, en die
ten tijde van het Spaansche avontuur.
Evenzoo hield de realist Mussolini het oog op het volk gericht
toen het ging om het bepalen van zijn houding t.o.v. zijn Duitschen
as-genoot, die o.a. in zijn daden tegen Polen niet de sympathie
had van de katholieke Italianen, die daarvan ook duidelijk blijk
gaven. Hij wist echter te wachten tot de tijd gunstiger was voor
nieuwe toenadering tot Berlijn.
Wijzen wij dan terug naar het hierboven gegeven voorbeeld
van de houding van het Duitsche volk na het pact met Rusland,
dan voelen wij het verschil nog beter aan.
Beide leiders naast elkaar stellend noemen wij Mussolini den
realist en Hitier den idealist.
De idealist Hitier echter streeft naar het onbereikbare, naar
wereldheerschappij. Men kan dit geen doel meer noemen en het
is daarom dat er geen begrensde normen, geen vaste richtlijnen
1030