7. DE GASVOORZIENING VAN SPERBALLONS
door
Ir. N. D. R. SCHAAFSMA,
Scheikundige-bacterioloog bij het Laboratorium voor
Technische Hygiëne.
Nu het vraagstuk van de aanschaffing van sperballons voor
de verdediging van de steden tegen luchtaanvallen in een ver
gevorderd stadium verkeert en de toepassing van dit systeem
voor Bandoeng vasten vorm heeft aangenomen, moge de vulling
van deze ballons aan een nadere beschouwing worden onder
worpen.
Het doel van de ballonversperring is, öm het te verdedigen
object een net van verticale draden te spannen, waardoor het den
vijand niet dan met zekere risico's mogelijk is, het object met
vliegtuigen, welke op geringere hoogte vliegen dan de lengte der
draden bedraagt, te naderen.
Het effect van de ballonversperring zal dus stijgen met het
toenemen van het aantal ballons zoowel als met het vergrooten
van de hoogte, waarop de ballons hangen (dus met de lengte van
de kabels).
De hoogte, welke met den ballon kan worden bereikt, hangt
af van de draagkracht van den ballon en van de sterkte en het
gewicht van den gebezigden kabel. De maximumhoogte is bereikt
wanneer het gewicht van den kabel gelijk is aan de draagkracht
van den ballon. De kabel moet dan zoo sterk zijn, dat iedere
doorsnede het gewicht van het daaronder hangende deel kan
dragen.
De draagkracht van den ballon is de opwaartsche druk, welken
de ballon ondervindt, verminderd met het gewicht van den ballon
-f- vulling. De opwaartsche druk is gelijk aan het gewicht van
de, door den ballon, verplaatste lucht.
Noemen we de draagkracht D, het gewicht van den ballon G,
dat van de vulling g en dat van de verplaatste lucht L, dan is dus
D L G g.
Stelt voorts V het volume van den ballon voor, siucht het s.g.
van de lucht op de hoogte, waarop de ballon hangt, en sgas het
1045