Zoowel bij de electrolytische bereidingswijze als bij het silicium-
proces zal het mogelijk zijn, de gasfabriek dicht bij de ballons te
brengen, terwijl bij het systeem Rincker-Wolter, van de mobiliteit
der fabriek slechts in zooverre gebruik is te maken als een spoor
wegaansluiting tot bij de ballons aanwezig is.
Wordt het gas in een stationnaire fabriek gemaakt, dan is men
voor den aanvoer van de waterstof naar de ballons aangewezen op
het gebruik van flesschen. Deze flesschen, waarvan de grootsten
een inhoud van 40 1 hebben, worden tot een druk van 200 atm
gevuld. Aangezien de waterstof bij dezen druk afwijkingen van
de wet van Boyle vertoont, kan zoo'n flesch slechts 6,8 m3 water
stof van 26° C bevatten. Voor de dagelijksche aanvulling van
gas voor 100 ballons zullen dus 1400 6,8 of rond 200 flesschen
benoodigd zijn.
Indien de waterstoffabriek dus niet in of zeer dicht bij de ver
sperring is gelegen, zullen er duizenden flesschen moeten zijn om
over voldoende gas te kunnen beschikken. Doch ook bij korten
transportafstand levert de aanvoer van het gas aanzienlijke bezwa
ren op. De bedoelde flesschen wegen nl. 80 kg. Dagelijks zullen
dus 16 ton heen en terug moeten worden gevoerd van en naar
de laad- en losplaats van de flesschen of van de fabriek.
Zou men voldoende gas in voorraad willen houden om de bal
lons direct te kunnen vullen zoodra de oorlogstoestand is ontstaan,
dan zal men over 125 X 300 6,8 of, met inbegrip van eenige
reserve, over 6000 gevulde flesschen moeten beschikken.
1054
LITERATUUR
Hütte, Des Ingenieurs Tassohenbuch.
Uhlmann, Enzyklopadie der technischen Chemie.
Brender a Brandis, Scheikunde van het gasbedrijf.
Gaz de Combat, 1936. pag. 327 e.v.
Luchtmacht 1937.
Gas und Wasserfach 1939.
I.M.T. 1940, nr. 9 en 10.