Van die gevolgen zijn wij thans de toeschouwers. Velen hebben zich de vraag gesteld waren zij niet te vermijden geweest, moest het zoo loopen De beantwoording van deze vraag ligt niet op zuiver militair gebied. Wij zullen ons hier dan ook niet aan een verklaring wagen, doch slechts enkele gegevens verstrekken, welke den lezer in militair opzicht een indruk geven van Frank- rijk's belangrijkste bezitting in Azië. LAND EN VOLK. Indochina bestaat uit verschillende deelen, welke politiek en militair niet op een lijn zijn te stellen het zijn de kolonie Cochin- china en de protectoraten Cambodja, Laos, Annam en Tonkin Ook het pachtgebied Kwang-tsjou-wan ressorteert eronder. Cambodja was, tot het zich vrijwillig onder Fransch oppergezag stelde, meestentijds zelfstandig. Cochinchina, Laos en Tonkin daartegen behoorden veelal tot Annam en zijn op en met dat land veroverd. Annam was reeds vroeg bij de Europeanen bekend in 1511 vestigden de Portugeezen zich er reeds. Later kwamen de Hol landers zij richtten een handelsnederzetting op te Hanoi. Een van hen voer reeds in het midden van de 17de eeuw de Mekhong op tot Midden-Laos 1)Het waren echter de Franschen, die van de onderlinge twisten tusschen de vorsten van de verschillende deelen van het rijk partij wisten te trekken voor het verkrijgen van invloed. Merkwaardig genoeg hadden zij het een bisschop Mgr. Pigneau de Béhaine te danken, dat zij in 1801 practisch meester waren van geheel Indochina. De strijd in Europa en het gebrek aan kolonialen zin bij de Franschen waren oorzaak, dat alles vrijwel verloren ging. De door de Annamieten omstreeks 1830 ingezette Christenvervolgingen werden tenslotte aanleiding tot het zenden van oorlogsschepen (1841, 1843, 1847), in laatst genoemd jaar zelfs tot een gewapende actie, welke in 1856 werd herhaald. (De expeditie van 1858 was een Fransch-Spaansche onderneming; de Philippijnen waren toen nog Spaansch Na l) Helaas vrijwel even weinig bekend is, dat ruim 2Vz eeuw later een Nederlander van afkomst G.G. van Indochina is geweestJoost van Vollen hoven. Wij willen de hoffelijke Franschen niet nazeggen, dat hij de grootste G.G. van dat gebied was dat hij, nog geen veertig jaar oud, één der grootsten was, staat echter boven twijfel. Hij heeft daar schitterend werk verricht bij de pacificatie, was bestemd om dit in Afrika voort te zetten, doch gaf er tijdens den wereldoorlog de voorkeur aan, zijn nieuwe vaderland met het wapen in de vuist te verdedigen. Vrijwillig in dienst getreden als gewoon soldaat, klom hij spoedig op. In 1918 sneuvelde hij in Frankrijk als officier aan het hoofd van zijn Marokkaansehe soldaten„Officier d'une valeur et d'une vertu antiques, incarnant les plus belles et les plus solides qualités mïlitaires. A placer au rang des Bayard et des La Tour d'Auvergne, et d citer en exemple aux generations futures, ayant été l'un des plus brillants parmi les plus braves". Aldus de hem na zijn dood verleende eervolle vermelding. 1056

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 77