Het kan evenwel niet worden gezegd dat, toen onze Britsche bondgenooten eenmaal doordrongen waren van de noodzaak van de herbewapening, zij haar niet krachtig ter hand hebben geno men. Financiëel zeer sterk, richtten zij vele nieuwe fabrieken op en bouwden zij oude fabrieken om, speciaal voor de vervaardiging van vliegtuigen en van oorlogsmateriaal. Zij accepteerden hierbij het feit, dat een belangrijk aantal van de nieuw opgerichte fabrie ken, de zoogenaamde „shadow factories", nadat de herbewapening zou zijn voltooid, wellicht een geringe economische waarde zou hebben. Men bepaalde eenvoudig dat deze fabrieken dan, geheel ingericht, zouden worden gesloten om ze in tijd van oorlog weer ter beschikking te hebben. De bouw van nieuwe fabrieken en vooral de opleiding van het voor de fabrieken benoodigde technische personeel kost echter, op welke doortastende wijze ook wordt gehandeld, veel tijd, en dit is dan ook de reden dat, hoewel de sterkte van de R.A.F. in het begin van het jaar 1937 reeds was gestegen tot 2530 vlieg tuigen in eerste lijn, de bouwcapaciteit van de Britsche industrie nog geen 100 vliegtuigen per maand bedroeg, terwijl Duitschland te dien tijde reeds 600 vliegtuigen per maand vervaardigde. Zooals blijkt uit de hiervoor afgebeelde grafiek, samengesteld door Mr. Wright, onder-directeur van de g'roote Amerikaansche Curtiss-Wright fabrieken van vliegtuigen en vliegtuigmotoren, en gepubliceerd in „Aviation" van April 1940, begon de Engelsche productie van vliegtuigen eerst in het begin van 1937 belangrijk te stijgen. Doch hoe Engeland den aanmaak van vliegtuigen en motoren ook opvoerde, de voorsprong van de Duitsche industrie was te groot om voorloopig te worden ingehaald en zoo kon Engeland in September 1938, toen minister Chamberlain de over eenkomst te München teekende, slechts 300 vliegtuigen per maand, voortbrengen tegen Duitschland 1000 machines. Ware dit verschil niet aanwezig geweest, dan zou de wereld geschiedenis vermoedelijk geheel anders zijn geschreven en zouden de volkeren van Europa waarschijnlijk voor een ontzettend leed zijn gespaard. Immers, gezien zijn overmacht, was Hitler in staat allereerst Tsjecho-Slowakije tegen afgifte van volkomen waarde- looze beloften, op verraderlijke wijze van zijn voornaamste ves tingwerken te berooven, om dit ongelukkige land kort daarop geheel te bezetten. Nu zou kunnen worden opgemerkt, dat in het voorgaande de verhouding tusschen Engeland en Duitschland toch wel te zeer in het nadeel van eerstgenoemd rijk werd voorgesteld, omdat, ware in September 1938 een oorlog uitgebroken, Engeland op Tsjecho-Slowakije en Frankrijk als bondgenooten had kunnen rekenen. Dit is inderdaad juist, maar men bedenke dan ook, dat de R.A.F. nog in opbouw ^was, terwijl de Luftwaffe voor den strijd gereed stond dat er rekening mede moest worden gehouden 992

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 7