Economisch gezien kan men het land in groote trekken in drie deelen splitsen. In Cochinchina, Cambodja en Zuid-Annam staat de rijstbouw verre bovenaan in de kuststreek is de veeteelt van belang. In Zuid-Laos en Midden-Annam speelt de rijst in den landbouw een veel minder belangrijke rol, terwijl de mijnbouw (goud, zilver, koper, lood, kwikzilver, ijzer en steenkool) meer en meer in omvang toeneemt. In Noord-Annam en Tonkin is de akkerbouw nog wel van veel belang dit is echter hèt gebied van den mijnbouw (o.a. de voor de oorlogsindustrie belangrijke grond stoffen fosfaten, zink, chroom, tin, lood en grafiet) en van de opkomende nijverheid. Van de twee groote rivieren, Mekhong en Roode Rivier, is de laatste op Fransch gebied goed, eerstgenoemde door eenige stroom versnellingen echter vrij slecht bevaarbaar. Daardoor èn door Indochina's langgerekte ligging langs de kust is het verkeer in hooge mate afhankelijk van wegen en spoorwegen. Hieraan wordt dan ook veel aandacht besteed. De verticale vorm van het land is echter oorzaak, dat de verbinding n.-z. de kustlijn volgtmilitair bezien is dit een groot nadeel. Men koesterde daarom het voor nemen, zoover mogelijk in het binnenland een tweede stel wegen en spoorwegen aan te leggen. INDOCHINA'S DEFENSIE. Wanneer men de krijgsverrichtingen in Indochina bestudeert, valt het op, dat eerst in 1883 de namen van generaals worden genoemd. Daarvóór waren het steeds admiraals, die de expedities aanvoerden. Ook te land, al namen de krijgsmachten vaak afme tingen aan, dat de landingsdivisiën beter met legerdivisiën waren te vergelijken dan met door de vloot aan land gezette detache menten. Het is dan ook een niet te weerspreken feit, dat Indo china evenals vele andere Fransche overzeesche bezittingen door de marine is vermeesterd. Toen die bezittingen vervolgens blijvend werden bezet, gingen de troepen over naar het leger, doch nu nog is het onderscheidingsteeken van de Infanterie en Artillerie colo- niale een anker op den kraag of voor het regimentsnummer op het patje een herinnering aan de afkomst van die troepen. Voorts vocht de marine om het nu maar eens heel eenvoudig uit te drukken slechts met geweer of kanonnen. Zoo ontstonden de reeds genoemde coloniale infanterie en artillerie. In Indochina spreekt dit heel duidelijk. Bereden cavalerie of artillerie heeft men er niet gekend. De artillerie is volledig gemotoriseerd. De automitraïlleuses de cavalerie, de genie, ja, zelfs de bouwdienst, ressorteeren er onder de artillerie. Dit omtrent den historischen opbouw van het leger. De lucht strijdkrachten hebben er van haar geboorte af steeds los van gestaan en toen zij in het moederland geheel onafhankelijk werden, 1061

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 82