HET GEVECHT BIJ OXHOEFT.
1079
In het gevecht bij Oxhoeft in Polen heeft het infanterie-regiment zijn
onafhankelijkheid van andere eenheden duidelijk getoond. Het veroverde
het aangewezen doel zonder artilleriesteun van de rest van de aanvallende
troepenmacht en zonder de hulp van vliegtuigen. De beschikbare artillerie
nam in den middag van den aanval verdedigingswerken onder vuur, welke
aan de andere zijde van den heuvelrug lagen, terwijl de luchtstrijdkrachten
haar aanvallen concentreerden op het schiereiland Hela.
Het gevechtsdoel van het regiment bestond uit een heuvel waarop een
Poolsche cadettenschool lag. De Polen hielden hardnekkig stand in de gebou
wen en bezorgden den Duitschers veel last.
Het regiment ging in ontplooide formatie voorwaarts tot den rand van
Gdynia en den voet van evengenoemden heuvel. De compagnie zware wapens
van het regiment splitste zich in twee deelen, een op elke flank van de
aanvallende troepen. Het lichte veldgeschut en de houwitsers van 7,5 cm
openden een vernietigend kruisvuur, terwijl die van 15 cm, de zwaarste
wapens van de compagnie, een vernielend spervuur legden op den weg
achter de school. Dit vuur belette allen ter versterking oprukkenden troepen,
zich met de belegerde Polen te vereenigen. De g.wn. van de regiments
compagnie rukten tot binnen 180 m van het doel met de aanvallende infanterie
op. Hier werden zij in dekking gebracht en goten zij een voortdurenden
stroom van granaten uit op het gebouw.
De compagnieën zware wapenen van de twee aanvallende bataljons
„kropen" naderbij en gaven daarna met haar granaatwerpers en 24 mitrail
leurs 12 op eiken vleugel een kruisvuur af.
De anti-tankcompagnie van het regiment bleef bij de in het midden
opgestelde troepen (het reserve bataljon?), gereed voor het afslaan van
eiken Poolschen vechtwagen, die te voorschijn zou willen komen.
Na een intensieve inleidende beschieting begonnen de bataljons voor
waarts te kruipen met groepen van 10 man op een grillige lijn elke groep
vocht als een afzonderlijke kleine eenheid. De compagnieën maakte in haar
sectoren naar behoefte gebruik van lichte granaatwerpers en vlammenspuiten.
In het eerst stadium van den aanval leden de aanvallende bataljons ver
liezen, doch toen zij hun doel dicht genoeg waren genaderd voor het inzetten
van de beslissende actie, was de door de bezetting van de cadettenschool
geboden weerstand van doorloopend, goed geleid mitrailleur- en geweervuur
teruggebracht tot enkele sporadische geweerschoten. Alle automatische
wapens waren tot zwijgen gebracht.
Tijdens den aanval hadden de Polen het vuur ondergaan van licht veld
geschut, lichte en zware houwitsers, 24 mitrailleurs, 18 zware en 42 lichte
granaatwerpers, verscheidene vlammenspuiten en het individueele vuur uit
honderden geweren.
Al dit vuur werd afgegeven door één „all-purpose" infanterie-regiment.
De anti-tankcompagnie kwam niet eens in gevecht het reserve-bataljon
nam de stelling en zuiverde haar gemakkelijk van tegenstanders. Dit deel
van het optreden in den namiddag duurde 45 minuten. Tweeduizend Polen
hadden zich in de school gebarricadeerd. Verscheidene veldvuurmonden en
32 mitrailleurs waren in de gebouwen opgesteld. Zij waren zonder uitzondering
vernield voordat het object was veroverd.
Een adjudant, die het gevecht had medegemaakt, zeide des avonds „De
dagen van afzonderlijke mitrailleur- en mortiercompagnieën zijn voorbij.
Zulke eenheden zijn er nog wel, maar het is niet noodig, van haar afhan
kelijk te zijn. Een infanterie-regiment behoeft er niet langer op te wachten,
dat de artillerie verbindingen tot stand brengt en den aanval vertraagt.
Wij kunnen de heele zaak nu zelf opknappen zooals U vandaag zag".
Hoe het zij, aan de meeste divisiecommando's van het Duitsche leger zijn
lichte bataljons, door paarden getrokken mitrailleurs toegevoegd. Zij hebben
een tweeledig doelbescherming van marcheerende troepen tegen lucht
aanvallen en ondersteuning van de mitrailleurs van de infanterie waar extra