1182 geduid als M.B.T. (Motor torpedo boat), „Sohnellboote" en M.A.S. (Motoscafi anticommergibili) De thans in dienst zijnde vedettes onderscheiden zich voornamelijk door haar groote snelheid. Zij hebben zich ontwikkeld uit het type der torpedo booten doch zijn anders bewapend en bemand. Het groote nut, dat voorheen van deze motorscheepjes werd verkregen, maakte ze na het einde van den vorigen oorlog overal tot een onderwerp van bestudeering. Met uitzondering van Duitschland, dat om nader aan te geven redenen de voorkeur gaf aan een grootere waterplaatsing, hebben alle marinemogendheden het 20-tons vaartuig gekozen, met een snelheid van 40 tot 50 knoopen. Het doel dat men, althans in den vorigen oorlog, met deze motorbooten trachtte te bereiken, was te kunnen varen boven de mijnversperringen en de anti-duikbootnetten in ondiepe wateren en te trachten vijandelijke oorlogsvaartuigen, die zich achter zulke verdedigingsmiddelen in veiligheid hadden gebracht, te ver rassen. Tevens moesten zij bruikbaar zijn voor bewakingsdienst, het jacht maken op onderzeebooten, het leggen van een rookgordijn voor het be schermen van convooien, enz. In Engeland werd het eerste ontwerp van een vaartuig als bovenbedoeld aan de orde gesteld door een drietal jonge marine-officieren, Hampden, Bremmer en Anson. De bedoeling was een snelle boot, aangedreven door een benzinemotor en bewapend met één enkele torpedo op een groot oorlogs schip mede te voeren. Bij de Duitsche mijnenvelden aangekomen zou de motorboot over boord worden gezet. Deze zoogenaamde C.M.B.'s (coastal motor boats) moeten dan verder op eigen kracht de Duitsche oorlogsschepen opzoeken en aanvallen. Aan dezen opzet was onverbrekelijk de noodzakelijk heid verbonden om de geheel uitgeruste booten niet zwaarder te maken dan 4,3 t, zijnde het maximum gewicht, dat door de Engelsche kruisers te water kan worden gelaten. Deze voorwaarde dwong tot zeer lichte con structie, met alle daaraan verbonden nadeelen. De normaal-torpedo, die een ton weegt, was te zwaar, zoodat een speciaal type van 650 kg (kaliber 457 mm) werd ontworpen. De lichtste motor, die het vereischte vermogen kon leveren, woog 950 kg, zoodat voor den romp, de torpedo-lanceerinrichting, de brandstof, de bemanning en de verdere uitrusting slechts 2.700 kg overbleef. De vorm van het vaartuigje zou die van een raceboot zijn. De gemiddelde snelheid der eerste afgeleverde vaartuigen van deze soort was 33,5 knoop. De 250 pk motorvermogen werden op één schroef overgebracht die, om beschadiging door kabels of nétten te voorkomen, spiraalvormig was, een constructie, welke reeds vroeger was toegepast in wateren met veel plan tengroei. Hoewel het type schip zeer doelmatig bleek te zijn, moest het denkbeeld om het aan boord van grootere schepen mede te voeren spoedig worden prijsgegeven in verband met de bovenbedoelde gewichtsgrens. Men ging nu over tot verdubbeling van de lainceerinrichting, de lengte van het vaartuig werd 16,75 m, het totaalgewicht (volledig uitgerust en bemand) 12,5 t, terwijl de snelheid tot 35 a 40 knoopen werd opgevoerd. Ter verdediging tegen vliegmachines werden aan dek twee mitrailleurtorens gebouwd. De grootste moeilijkheid bij het geheele ontwerp bleek de motor, die aan veel hooger eischen moest voldoen dan die van een raceboot, immers uren achtereen onder vaak zeer ongunstige weersomstandigheden op volle toeren zou moeten draaien. De boot (welke als 55' bekend staat) kreeg ten slotte twee 12-cylinder-motoren van elk 375 pk (146 mm boring slag 178 mm) Andere marines zijn na den vorigen oorlog op motoren van bijna 1.000 pk overgegaan. De werking van de lanceerinrichting is als volgt. Nadat de lanceerinlading van ongeveer 1,5 kg cordiet is ontstoken, drijft de gasdruk een zuiger weg, die de torpedo afschiet. Deze.glijdt langs een eikenhouten, met brons bekleede baan. De te doorloopen weg komt met de eigen lengte van dit projectiel overeen (ongeveer 5 m) de zuiger werkt echter slechts over de helft van dezen afstand, omdat zoodra de geleivinnen het einde der baan gepasseerd zijn, de torpedo vanzelf in het water valt. Op dat oogenblik heeft dit wapen een achterwaarts gerichte snelheid van ongeveer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 106