echter met hetzelfde resultaat. De Brauw besloot, de aankomst van de aan den post Amawang gevraagde versterking af te wach ten. Toen zij kwam, bleek zij slechts 12 man sterk te zijn, waarop de Brauw besloot, naar Amawang terug te keeren. Hierdoor steeg 's vijands moreel niet weinig, terwijl dat van onze troepen daalde. Een nieuwe poging werd gewaagd op 5 September, thans door den commandant van Amawang, kap. Koch, zelve. Ongeveer 100 man in dien post achterlatend, rukte hij met 120 bajonetten, een drieponder en een mortier op langs een anderen weg. Het geschut bleek echter niet het minste te kunnen uitrichten tegen de zware palissade. Daar men, ondanks de ervaringen van de voorgaande dagen, ook geen stormladders had medegevoerd, werd van een bestorming afgezien. Echter ook van een belegering men keerde slechts naar Amawang terug. Op het bericht van den eersten mislukten aanval zond majoor Verspijck een officier met 75 man versterking naar Amawang. Toen hij vernam van de tweede vergeefsche poging, nam hij krach tiger maatregelen. Hij belaste majoor Schuak met de vermeeste ring van den G. Madang, wien hij boven de te Amawang aanwezige troepen en reeds derwaarts gezonden versterking den kap. der art. Brands, de luits. der inf. Graas en Hamming, 50 man en 1 houwitser ter beschikking stelde. Voordat mj. Schuak te Amawang aankwam, deed kap. Koch op den 18den September een derde poging tot vermeestering van de benteng, ditmaal met 195 man, een drieponder, een mortier en een houwitser. Wederom waren geen stormladders medegenomen en trachtte men tevergeefs een bres te schieten. Het sterkere artillerievuur had slechts tot resultaat, dat de vijand zijn vuur concentreerde op de stukken en kap. Koch, die zich aldaar ophield om de uitwerking van de schoten gade te slaan, zoodanig ver wondde, dat hij onmiddellijk den geest gaf. Mj. Schuak kwam twee dagen later te Amawang aan en mar cheerde op 22 September af naar G. Madang. Aldaar aangekomen, nam hij onmiddellijk alle maatregelen voor een geregeld beleg. Toch gaf men, ondanks de opgedane ervaringen, nog een 80 scho ten af van de 30 granaten kwam het meerendeel zelfs niet tot springen. Des te meer succes boekte de vijand het vuur uit de benteng berokkende ons verscheidene verliezen, o.a. dat van luit. Hamming, die sneuvelde. De voorbereidingen voor een geregeld beleg deden den vijand niettemin beseffen, dat G. Madang niet lang meer zou kunnen wor den gehouden. In den voornacht deed hij een uitvalspoging doch werd teruggeslagen. In den loop van den nacht nam het geweer- en lilla-vuur echter af om in den morgen van den 23sten geheel op te houden. Een te vijf uur uitgezonden patrouille, die de benteng besloop, kon melden dat zij door haar bezetting was verlaten. 1088

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 10