2. HET NIEUWE VUURLEIDINGSSYSTEEM VOOR DE KUSTARTILLERIE (V) door W. G. VAN VOSS, Kapitein der Artillerie. V. DE NOOD VUURLEIDINGEN. Er kunnen zich verschillende gevallen voordoen, waarin een groote horizontale basis ontbreekt of het om eenigerlei reden niet mogelijk is, den afstand tot het doel doorloopend te meten met behulp van de korte basis, opgesteld in de nabijheid van de batterij. Zoo kan het voorkomen dat zoowel de cop. als de batterij is ingeneveld, terwijl er slechts één, op grooten afstand van de batterij gelegen post is, van waar het doel kan worden waargenomen. Ook is het mogelijk, dat de batterij over geen enkelen zijpost beschikt en de meetpost (afstandmeter) is uit gevallen. Onder deze en andere nog denkbare bijzondere omstandig heden kan de normale wijze van werken niet worden gevolgd men moet dan gebruik maken van de noodvuurleidingen. De zich voordoende gevallen kunnen ten aanzien van de plaats waar de waarneming van de ligging van het vuur geschiedt, in twee groepen worden onderscheiden, n.l. 1. waarneming van een ver zijwaarts van de batterij gelegen punt (zijpost) 2. waarneming van een nabij de batterij gelegen punt (cop.). Beide gevallen zullen hieronder nader in beschouwing worden genomen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat in het eerste geval, het doel uit de batterij niet is te zien. 1. WAARNEMING VAN EEN VER ZIJWAARTS VAN DE BATTERIJ GELEGEN PUNT (ZIJPOST). A. Algemeen. Om het vuurleidingssysteem in werking te kunnen stellen, moeten op een bepaald oogenblik bekend zijn a. het afstandsverloop en de doorzeiling van het doel ten op zichte van het directiepunt 1089

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 11