weer vrije Nederlanden. 30 November zette de Oranjevorst te
Scheveningen voet aan land, den 2den December aanvaardde hij
te Amsterdam ais souverein Vorst de regeering.
En tenslotte, op 23 November 1890 sloot Koning Willem III
voorgoed de oogen. Getrouw aan het door ons volk gehuldigde,
in de grondwet vastgelegde, beginsel le roi est mort, vive le roi,
besteeg Koningin Wilhelmina dien dag den troon.
Wij Nederlanders zijn geen volk van uitbundigheden. Maken wij
voor wat betreft de jaarlijksche herdenking van Onafhankelijk
heidsdag in Den Haag een uitzondering, dan is het niet te veel
gezegd, dat wij aan vrijwel alle gedenkdagen slechts aandacht
plegen te schenken, wanneer een kroonjaar te vieren valt. Een
uitzondering is er echter steeds geweest en zal er steeds zijn, hoe
duister de toekomst ons ook moge schijnen dat is de verjaardag
van onze, nu meer dan ooit geliefde en vereerde Vorstin. Is er
een beter, een duidelijker bewijs voor de onverbrekelijke eenheid
van Nederland en Oranje Moet het dan nog worden gezegd dat,
ware het moederland niet overweldigd, Zij op den 23sten Novem
ber zou zijn gehuldigd op een wijze, nog grootscher dan ter gele
genheid van Haar 40-jarig" regeeringsjubileum in 1938
Vijftig jaren koningschap Weet gij, wat dit zeggen wil Dat
Koningin Wilhelmina aan den top staat van Haar dynastie, de
langst regeerende Oranje is, zelfs wanneer men er rekening mede
houdt, dat Haar onvergetelijke Koninklijke Moeder Emma
eere zij Haar nagedachtenis bijkans acht jaar, tot Zij in 1898
Haar 18de levensjaar bereikte, voor Haar het regentschap voerde.
Dat slechts de voor onze Engelsche bondgenooten even onver
getelijke Koningin Victoria nog de eenige vrouw is, die Haar
in duur van bewind overtreft. Een vrouw. Maar een vrouw,
waarvan de Engelsche pers enkele maanden geleden getuigde,
dat „het nimmer zal worden vergeten dat Nederland, hoewel
onder den voet geloopen, doorvecht in de persoon van zijn Staats
hoofd en evenmin, dat dit Staatshoofd een Vrouw was".
Vijftig jaar koningschap En juist in het vijftigste jaar moest
het zijn, dat Zij uit Haar land werd verdreven door een overwel
diger, zoo laag, zoo gewetenloos, dat hij zich niet ontzag, te
trachten Haar levend of dood in handen te krijgen. Hoe armzalig-
klinken dan zijn woorden „Wij hebben dit niet gewild". Neen,
wanneer er één is, die dit niet heeft gewild, dan is het onze Ko
ningin, Die, als verpersoonlijking van ons volk, steeds op de bres
heeft gestaan voor vrede, vrijheid en voor recht. „Vredeskoningin"
noemde men Haar. „Keizerin van Insulinde" heetten dichters en
schrijvers Haar. Landsvrouwe, Moeder der Vaderlands is Zij
steeds geweest. Lief en leed heeft Zij met Haar volk gedeeld en
deelde dat volk met Haar. Haar medeleven met weermacht en
volk, zoowel in de jaren 19141918 als thans, bij rampen als