aan een „bloed en ijzer"-periode. De erkenning van goede traditie en voor ons Nederlanders, van onze traditie. Wij spraken daar nooit te veel over. Het bezit dezer waarden was immers zoo vast, scheen zoo onaantastbaar, dat wij ons maar al te dikwijls met de renten tevreden stelden. Gode zij dank leeft dit gevoel van traditie in ons, krachtiger dan ooit. En zoo moeilijk als de stroeve Nederlandsche geest tot spon taneïteit komt, welke alleen voor bepaalde gelegenheden wordt bewaard, zoo moeilijk is hij ook uit te roeien. Er zal van dezen Nederlandschen geest veel worden gevergd. Bij de ouderen laaide hij krachtig op de jongeren kijken nieuws gierig rond en het ontvankelijke kindergemoed der jongsten staat wijd open voor een gezond opgaan in den Nederlandschen geest en traditie. Hèn vooral te wapenen tegen alle gif, die voert naar geestelijke terreur, die voert naar brute ontkenning der vrijheid van den mensch, die slechts beoogt, de gruwelijke afstomping van alle individualiteit, is een gunstons hier nog gelaten. Dat allen die hiertoe geroepen zijn, dit juist verstaan en zich actief kwijten van die taak, van hoog tot laag. Wij herhalen Dan „zal" Nederland herrijzen, welke herrijzenis niet alleen is, de bevrijding van de tyrannie van den overweldiger van heden, neen Dat zal slechts het begin mogen zijn van een nieuw, groot, Nederlandsch tijdperk, waarin de oude waarden niet worden verworpen, waarin wij ook geen „nieuwe orde" in absoluut autocratischen zin mogen zien, maar waarin wèl een overtuigend besef van de noodzaak van grootere nationale een heid ons volk moet doordringen, waarin wij onzen staat weder opbouwen in democratischen zin, doch ons beperking weten op te leggen in het doorvoeren van uitersten, dat ons volk deed vervallen in een systeem, hetwelk het mogelijk maakte, dat anti nationale elementen onze nationale eenheid konden aantasten en de goede bedoelingen konden saboteeren. Wij erkennen gaarne, dat deze noodzaak dikwijls een strenger staatsgezag zal vragen, doch wanneer overigens de democratische principes gehandhaafd blijven, ons Oranje Huis weer in het cen trum der leiding staat, zal reeds hierin een waarborg worden gevonden voor het behoud van het kostbare goed der geestelijke vrijheid, voor het overgroote, goed-welwillende deel van ons volk. 1112

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 34