4. DE STRIJD OM KIAUTSJOU IN 1914
door
A. L. A. COPPENS,
Kapitein der Infanterie.
(Met twee schetsen).
INLEIDING.
De in het binnenland van Sjantoeng gepleegde moord op twee
Duitsche zendelingen gaf Duitschland in 1897 de (on?)gezochte
gelegenheid, oorlogsschepen naar de Golf van Kiautsjou te zenden
en daar eenige landingsdivisiën aan wal te zetten. Reeds lang had
het uitgekeken naar een gelegenheid om in het Verre Oosten
vasten voet te krijgen, zooals dit anderen Westerschen mogend
heden reeds was gelukthet voelde behoefte aan een vlootsteun-
punt in de Aziatische wateren ten einde zijn handel en scheep
vaart te allen tijde te kunnen beschermen.
Het zendelingen-incident werd dan ook gretig aangegrepen om
druk uit te oefenen op de Chineesche regeering. Den 6den Maart
1898 kwam een verdrag tot stand waarbij China een klein gebied,
gelegen aan de Baai van Kiautsjou, voor een tijdperk van 99 jaren
aan Duitschland verpachte, om aldaar gelegenheid te hebben,
schepen te kunnen herstellen en uitrusten en de hiervoor benoo-
digde voorraden te kunnen opslaan. In het verdrag was verder
overeengekomen dat Duitschland een spoorweg zou mogen aan
leggen en exploiteeren, terwijl concessie werd verleend voor
exploitatie van mijnen, gelegen in een ongeveer 20 km breede
zone langs dien spoorweg. Verder kreeg Duitschland het recht,
in het gepachte gebied, dat den naam Kiautsjou had, verster
kingen aan te leggen ter verdediging van de nederzetting. Een
50 km diepe zone om Kiautsjou heen werd neutraal verklaard
in dit gebied zouden noch China, noch Duitschland militaire
acties mogen uitvoeren.
De nederzetting ressorteerde onder het Duitsche ministerie van
marine eenige verdedigingswerken werden aangelegdmari
niers vormden de vaste bezetting. In 1914 bedroeg het totale
inwonertal ongeveer 85.000 zielen, w.o. 2.000 Europeanen, meest
Duitschers (hieronder niet begrepen de militairen) de rest der
bevolking bestond hoofdzakelijk uit Chineezen en Japanners.
Op den 15den Augustus 1914 overhandigde Japan, Engeland's
bondgenoot, aan Duitschland een nota, waarin terugtrekking der
1113