Duitschland te openen en Duitschland is in Kiautsjou bezig
met voorbereidselen voor den oorlog, terwijl zijn oorlogs
schepen, die in de zeeën van Oost-Azië kruisen, onzen handel
en dien van onzen bondgenoot bedreigen. De vrede in het
Verre Oosten wordt aldus in gevaar gebracht.
Met het oog daarop zijn onze regéering en die van Zijne
Britsche Majesteit na een volledige en openhartige ge-
dachtenwisseling met elkander te hebben gevoerd over
eengekomen, zoodanige maatregelen te treffen als noodig
mochten zijn voor de bescherming van de algemeene be
langen, waarvan sprake is in de bondgenootschappelijke
overeeenkomsten wij van onze zijde hebben, in overeen
stemming met onzen wensch om ons doel met vredelievende
middelen te bereiken, onze regeering opgedragen, een ernsti-
gen raad aan de keizerlijke Duitsche regeering aan te bieden.
Op den laatsten daartoe aangewezen dag heeft echter onze
regeering geen antwoord, waarin die raad wordt aangenomen,
mogen ontvangen. Niet dan met diep leedwezen zien wij ons,
ten spijt van onze innige toewijding aan de zaak des vredes,
genoodzaakt den oorlog te verklaren, vooral nu dit valt in
deze eerste periode van onze regeering, terwijl wij nog rouw
dragen over onze betreurde Moeder.
Het is onze ernstige wensch dat de vrede door de aan
hankelijkheid en dapperheid van onze getrouwe onderdanen
spoedig moge zijn hersteld en de roem van het Keizerrijk
moge worden verhoogd."
Op den 25en Augustus verklaarde Oostenrijk aan Japan den
oorlog. Zoo was dus de strijd uitgebreid tot het Verre-Oosten.
HET OPERATIETOONEEL
Het schiereiland Sjangtoeng, waarop in het noord-oosten de
Engelsche nederzetting Wei-hai-wei en in het zuiden Kiautsjou,
is bergachtig en woest. Buiten het door Engeland en Duitschland
bezette gebied komen geen verharde wegen voor het wegennet
wordt gevormd door hobbelige karrewegen. De dorpen zijn klein
en liggen ver uit elkaar. De hulpbronnen des lands hebben uit
een militair oogpunt weinig waarde.
In de om Kiautsjou gelegen neutrale zone gaat het gebergte
over in heuvelland. In het zuidwestelijk deel van het Duitsche
gebied, in het laagste gedeelte, ligt de hoofdplaats Tsingtou,
beheerscht door de in noordoostelijke richting steeds hooger
wordende heuvels, die nabij de oostgrens overgaan in het Lausjan-
gebergte, met toppen van 1.000 m. De kuststrook vertoont ver
schillende baaien de grootste, de Lausjanbaai en de Sjatsikou-
baai, zijn beide geschikt als landingspunt.
Het terrein zelf begunstigt een gedekte nadering. Naast de
verheffingen verschaffen diepe geulen, ontstaan door tijdens
1115