5 November met de volle sappe tegenover de infanterie-werken III en IV was de afstand van de parallel tot de draadversperring 5 tot 20 meter. Toch voelde het Japansche commando er nog niet veel voor, reeds nu tot de bestorming over te doen gaan de draadhindernis, die gedekt lag tegen artillerievuur, was nog intactde infanterie- werken waren nog onvoldoend vernield. In den avond van den 6den November rapporteerde de tweede luitenant Nakamura evenwel dat geniepatrouilles tegenover infanteriewerk III twee bressen van 5 meter in de draadversperring hadden gemaakt en dat hij den indruk had gekregen, dat dit Duitsche werk ver rassend zou kunnen worden genomen. Via den bataljons- en den regimentscommandant werd dit rapport aan den opperbevelhebber overgebracht, die er in toestemde dat Nakamura met zijn peloton de overvalling zou wagen en dat bataljons- en regimentsreserves gereed moesten staan om mocht hij slagen het succes uit te buiten. De overvalling begon in den nacht van 6 op 7 November om half twee, en slaagde wegens onvoldoende oplettendheid van de vermoeide Duitsche posten. De Japansche reserves drongen op en breidden de gemaakte opening zijwaarts uit. De Duitschers, die geen reserves meer beschikbaar hadden en wier artillerie munitie nagenoeg was uitgeput, konden niet anders doen dan in den ochtend van den 7den November tot de overgave besluiten. De geheele operatie had, gerekend van den aanvang der landing tot den val der stelling, ruim negen weken geduurd. De Japanners hadden 5.500 dooden en gewonden, zijnde ruim 20 van de strij dende troepen aan Duitsche zijde telde men 200 dooden en 500 gewonden. CONCLUSIE. Bij het bestudeeren van de in 1914 door de Japanners tegen Kiautsjou gevoerde actie komen de volgende eigenaardigheden naar voren. 1. De sterkte der expeditionnaire troepenmacht was boven matig groot. 2. Het landingspunt was ver van het operatieobject gelegen. Het eenige voordeel van dit landingspunt was dat het niet werd verdedigd. 3. De door de Duitschers met enkele compagnieën gevoerde vertragende actie had een opmerkelijk succes tegen den aanrollenden stoomwals. 4. De Japanners kozen hun aanvalsdoelen in of vlak achter s vijands weerstandslijn waren die doelen bereikt, dan ging men er bij zitten en wachtte op de dingen (bevelen) die komen zouden. 1124

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 48