woorden en daden van den souverein, door zijn ministers gecon
trasigneerd. Maar dan zou het voldoende zijn geweest, de officieren
den eed op de grondwet af te nemen.
Zij, die zoo redeneerden, verstoutten zich, het mogelijk te
achten dat H. M. in strijd met Haren eed op de grondwet zou kun
nen handelen. Voor den officier heeft dit vraagstuk echter nooit
bestaan, noch historisch, noch wettelijk. Het eedsformulier is ook
ouder dan de grondwethet werd vastgesteld bij besluit van
den Souvereinen Vorst van 26 Februari 1814 No. 86.
Toen Koning Willem I in 1840 afstand deed van den troon, deelde
de minister van oorlog aan het officierscorps mede ,,Z. M. heeft
ons van den eed ontbonden laat ons dezen dus overbrengen op
Hoogstdeszelfs oudsten Zoon". Bij den dood van Koning Willem II
en de troonsbestijging van Koning Willem III werd bij proclamatie
verklaard, „vernieuwen wij dus den eed".
Na dien gedenkwaardigen 23sten November 1890, den dag dien
wij hier herdenken, werd bepaald, dat het formulier voortaan zou
luiden „Trouw aan de Koningin". Dit geschiedde om het per
soonlijk karakter te doen uitkomen, want anders ware geen ver
andering noodig geweest, gelijk ook de bewoordingen van de
grondwet ongewijzigd bleven.
Voor dit alles kunnen wij slechts dankbaar zijn. Wat er tusschen
10 en 15 Mei ook is geschied, onze Koningin is ons behouden
gebleven, onze trouw staat pal. Indachtig aan Haar woord zullen
wij onzen plicht doen, overal en onder alle omstandigheden. En
wij zullen daarbij niet vergeten, dat Zij boven alle persoonlijke
veiligheid den gevaarlijken tocht verkoos, dwars door het vijan
delijk vuur.
Wij zijn er trotsch op, de persoonlijke dienaren te zijn van de
Koningin der Nederlanden, die thans in het gebombardeerde
Londen, het aloude devies „Je maintiendrai" gestand doend
op de bres staat van het vrije Nederlandsche Rijk, ons aanvoerend
in den strijd voor de bevrijding van de Elf Provinciën langs de
Noordzee.
Leve de Koningin!
Oranje boven!