1130 brandstofvoorraad op peil te houden, zonder aan een bepaalde plaats gebon den te zijn. Juist de brandstofvoorziening was echter een zwak punt voor de Graf Spee. Het gemis aan eigen overzeesche bases kon slechts eenigermate worden gecompenseerd door meerdere tankers in verspreide zeegebieden. Dit kon met de Altmark alléén niet worden bereikt, zoodat het Duitsche slagschip in zijn bewegingen werd beperkt, omdat de tanker om zelf niet te veel brandstof te verbruiken weinig moest varen. Dat het tenslotte aan de Engelschen gelukt is het net om dezen raider in de maand November te sluiten, komt omdat er juist in die maand voor Duitschland bijzonder veel aan gelegen was om zooveel mogelijk vijandelijke strijdkrachten uit de Noordzee weg te lokken. Immers 350.000 ton aan Duitsche scheepsruimte was het gelukt om op de wereldzeeën te ontkomen aan den greep der tegenstanders en tegen November trachtten deze schepen via de Noord-Atlantische route, benoorden IJsland langs, in het vaderland terug te keeren. Om een deel der Engelsche vloot daartoe te bewegen moest één enkele raider als de Graf Spee veelvuldig optreden, veel te veel om zich zelf bij PLAAT I. ROUTE VAN DE ADMIRAL GRAF SPEE VAN 30 SEPTEMBER 1939 T/M 13 DECEMBER 1939. 1. Vertrek Wilhelmshaf en 23 Aug. 2. Olieladen uit Altmark 28 Aug. 3. id. 13 en 20 Sept. 4. Clement 30 Sept. 5. Newton Beach 5 Oct. 6. Ashlea 7 Oct. 7. Huntsman (aangeh.) 10 Oct. 8. Huntsman (gezonken) 17 Oct. 9. S.O.S. 22 Oct. 10. Trevanion 22 Oct. 11. Africa Shell 15 Nov. 12. Mapia 16 Nov. 13. Olieladen uit Altmark 26 Nov. 14. Doric Star 2 Dec. 15. Tairoa 3 Dec. 16. S.O.S. 3 Dec. 17. Streonshall 7 Dec. 18. Formosa 13 Dec. 19. Shakespeare 13 Dec. 20. ten anker na den slag 14 Dec.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 54