beteekenis echter weer wordt verkleind door de slechte bevaar baarheid van de stroomen. DE HISTORIE. De geschiedenis van Burma, Thailand en Cambodja loopt in zeer veel opzichten parallel. De oorspronkelijke negroïde bevolking, die het heele schiereiland bewoonde, is langzaam maar zeker terug gedrongen door uit het noorden komende groepen, de Mon, die zich in Pegu neerzetten, en de Khmer en de Annammieten, die zich verder naar het oosten waagden. Vermoedelijk kwamen deze volken uit Tibet, gelijk ook de na hen komende veroveraars, de Burmanen, die zich in het stroomgebied van de Irawaddy nestelden, en de nog later op het tooneel verschijnende Thai, die eerst om streeks de dertiende eeuw de zee bereikten en zich dan in twee gi oepen splitsten, de Shanvolken en de Laos met daarnaast de Siameezen. De autochthone cultuur van deze volken is verloren gegaan, de moeilijke dwarsverbindingen deed de blijvende cultuur over'zee komen. Het is derhalve begrijpelijk, dat de langs de Chineesche Zee wonende groepen de Chineesche cultuur overnamen en dus ook het Chineesche schrift, terwijl Burma en Siam zich meer op Vooi-Indië oriënteerden en ook het Indische schrift overnamen. Het Boeddhisme werd reeds door de verhuizende groepen mee gebracht, zoodat heel de bevolking van het schiereiland deze leer aanhangt, hoewel er hier en daar belangrijke verschillen te con- stateeren zijn. Dit heeft echter niet verhinderd, dat de regeerings- vorm overal even autocratisch was. Tot het eind van de 18de eeuw en zelfs nog vrij lang daarna is de geschiedenis van het schiereiland een lang en bloedig verhaal van strijd en veroveringen. Het merkwaardige is evenwel dat, terwijl in Azië de volksverhuizingen in veel gevallen tot staan zijn gebracht, althans een ander karakter hebben gekregen (b.v. de trek der Chineezen uit Noord-China naar Mantsjoerije, die mogelijk werd gemaakt door de Japansche spoorwegen), de'vol keren van Achter-Indië nog in beweging zijn. Zoo woont aan den bovenloop van de Irawaddy al duizenden jaren een volkstam, die zichzelf Ningpo noemt maar tegenwoordig meest wordt aan geduid door den naam Kachin. Deze volksstam nu is in den loop der vorige eeuw plotseling naar het zuiden gaan afzakken en bedreigt de Burmanen. Sommige schrijvers gaan nu zoover, dat ze de Britsche verovering van Burma de redding van het Bur- maansohe volk van de Kachin noemen, aangezien de Engelschen een gewelddadige invasie hebben weten te beletten. Het schijnt echter, dat er tegenwoordig een vreedzame penetratie plaats vindt die op den duur al even gevaarlijk is. De Burmanen zijn blijkbaar niet tegen hen opgewassen en ook de Shan moeten het afleggen. 1146

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 70