1155 op Britsche strijdkrachten van overzee. Voorloopig lijken die gevaren nog wel niet groot, maar het lot van Burma is te innig met dat van de andere gebieden in Achter-Indië verhonden, dan dat men al te gerust zou kunnen zijn. Duidelijk springt hier de groote strategische beteekenis van Singapore in het oog, mits behoorlijk verdedigd tegen een aanval over land en met een behoorlijke vloot in de -haven. Het zal de taak van die vloot zijn, den aanvoer van troepen naar Indo-China of Siam te beletten. Zou een krachtige natie zich eenmaal vast in Indo-China hebben gevestigd, dan ontstaat dezelfde toestand als in 1893, toen een bekend Britsch staatsman op een avond naar bed ging in de vaste overtuiging, dat het Britsche Rijk en Frankrijk den volgenden morgen in een oorlog om Siam gewikkeld zouden zijn. Het liep anders Siam betaalde -het gelag en kreeg -door het verdrag van 1897 dat de wederzij dsche belangensferen tusschen eerstgenoemde mogendheden afbakende, -de rol van bufferstaat te vervullen. Het is nü echter zeer de vraag, of men in Bangkok hiermede accoord zal blijven gaan. BRONNEN. S. W. Cocks, A short History of Burma. Sir Charles Gwynn, Imperial Policing. Arthur Keith, The Governments of the British Empire. P. Louis Riviere, Siam. Alfred Henner, Lan-derkunde. Gaston Caillard, L'lndochine. Generaal Aba-die, La 'Défense des Colonies. Toyama, Japan's missie in Centraal Azie (Japansche courantenartikelen).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 79