1165
Dat de Duitsche regeering getracht heeft, de N.S.B. bij den inval in
te schakelen, staat vast en ook, dat de N.S.B.-leiding getracht heeft, daaraan
gevolg te geven, doch er zijn van de leden slechts weinigen geweest, die de
consequentie daarvan wenschten te dragen. Die weinigen hebben echter
door hun verraderswerk de taak onzer troepen zeer verzwaard en bij de
loyale burgerij veel verwarring gewekt.
Den llden Mei cm 11.00 zou de 5de colonne beginnen. Men kwam dit te
weten om 10.00. De aanwijzingen werden gevonden in het operatiebevel
van den commandeerenden Duitschen generaal von Sponeck, die met vliegtuig
en al naar beneden was geschoten.
Dit operatiebevel is naar Engeland overgebracht en vormt het onweer
legbaar bewijs van de maandenlange voorbereiding der Duitschers om
Nederland binnen te vallen. In Den Haag heeft men de 5de colonne, hoofd
zakelijk bestaand uit Duitschers, versterkt door enkele N.S.B.-ers, rustig
laten samenkomen in een huis aan de Suezkade, waar zij hun instructie
zouden ontvangen. Toen heeft men het huis ingesloten en met de verraders
erin, in puin geschoten.
In Rotterdam was dit niet mogelijk. Daar kwam de tijding dat het verraad
om 11.00 zou aanvangen, te laat binnen en bovendien was de 5de colonne
te veel verspreid over verschillende wijken zooals den Coolsingel, de Hoog
straat, den Mathenesserdijk enz.
Kap. Harloff heeft zelf met een patrouille aan den strijd tegen de 5de
colonne deelgenomen. Persoonlijk heeft hij 8 huizen onderzocht. De leden der
5de colonne bleken allen met mitrailleurs en handgranaten gewapend te
zijn en zoodra men een trap op trachtte te komen, wierpen zij met laatst
genoemde projectielen.
Bij het onderzoek bleek in de eerste plaats, dat bijna alle huizen van
geheime radiozenders voorzien waren. In de tweede plaats rond men er
hoekjes in den vorm van chequeboekjes, gevuld met „formulieren", waarop
gedeelten van den plattegrond van Rotterdam waren gedrukt. Het papier
was van de kwaliteit van sigarettenpapier. Op den plattegrond was alles
aangegeven (onze artilleriestellingen, hoofdkwartieren e.d.). Voorts werden
kisten met postduiven aangetroffen, die de papiertjes moesten overbrengen.
In de derde plaats werden de reeds vermelde roode kaarten gevonden en
tenslotte nog kisten met lichtpatronen om den Duitschers den weg te wijzen.
Kapt. Harloff heeft met zijn patrouille 41 leden van de 5de colonne
afgemaakt. Hiervan was het grootste deel Duitschers. En soortgelijke erva
ringen hebben ook de andere officieren opgedaan. Sommigen hunner deelden
mede, in de door hen onderzochte huizen alleen Duitschers gevonden te
hebben. Wat echter opviel was, dat er onder deze leden van de 5de colonne
ook Duitsche Joden waren, die zoogenaamd als vluchteling ons land waren
binnengekomen.
In dit verband deed de heer Harloff ook nog eenige mededeelingen om
trent de parachutisten. Zij kwamen in uniform gekleed naar beneden en
overigens heeft slechts een klein percentage van hen zich na de landing
verkleed. In een n. buitenwijk van Rotterdam werd één parachutist gevonden,
verkleed als verpleegster. Wel kwamen ook met de transportvliegtuigen
verkleede militairen mede. Zoo'n enkeling veroorzaakte natuurlijk reeds
een groote verwarring en veel onderling wantrouwen. Zoo vertrouwde men
opeens geen verpleegsters meer
Overigens heeft men eigenlijk te doen gehad met verschillende soorten
parachutisten. In de eerste plaats met soldaten, mannen van 25 tot 30 jaar,
die soms in Nederlandsche uniformen neergelaten werden. In de tweede
plaats kwamen de parachutisten, die tot de genie behoorden. Maar tenslotte
had men dan ook nog te maken met een derde soort parachutisten, die
opdracht hadden, alles neer te schieten wat leefde en zoodoende een paniek
te veroorzaken onder de burgerbevolking. Dit waren jongens van 14 tot
16 jaar. De heer Harloff heeft zelf een jongen van 16 jaar, behoorend
tot deze parachutisten, ondervraagd. Hij kreeg den indruk, dat het jeugdige
boeven waren, om de een of andere reden aan de ouderlijke macht onttrokken