1166 en door den Duitschen staat opgevoed voor het moordenaarswerk, dat zij verricht hebben. Zij kregen een speciale training, berekend op het ont wikkelen van het uithoudingsvermogen. Voorts schietoefeningen, waarvoor prijzen waren uitgeloofd, bestaande in iets extra's bij het eten of iets dergelijks. En verder hadden zij de opdracht, al het levende te vernietigen. Het is dan ook voorgekomen, dat zij een hond, een koe of een ander dier neerschoten. Maar ook een oude vrouw, die toevallig hun weg kruiste, bleek niet aan hun moordenaarshanden te zijn ontkomen. Bij de ondervraging dreunden zij een soort geloofsbelijdenis op, welke erop neerkwam dat zij zich geheel moesten wijden aan de zegepraal van Hitier. In de buurt van Rotterdam heeft de heer Harloff zelf de lijkjes gezien van de 31 schoolkinderen, die deze duivelsche parachutisten voor zich uit hadden gedreven om als dekking te dienen, doch later waren neergeschoten, toen zij ze niet meer noodig hadden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 90