1173
Ten slotte is het mogelijk, een stadswacht met vereenvoudigde uitrusting,
d.w.z. met weinig of geen automobiele vervoermiddelen, te organiseeren,
zocdat hooge particuliere bijdragen niet strikt noodzakelijk zijn.
De door eenige leden uitgesproken twijfel aan de doelmatigheid der oefe
ningen van de stadswachten, doordat te eenzijdige aandacht wordt geschonken
aan infanterie-exercitiën, kan niet worden onderschreven. Bedacht moet
worden, dat de deelnemers voor het grootste gedeelte uit volledig ongeoefen-
den bestaan. Evenals bij het leger zijn bij de stadswachten exercitiën noodig
voor het bijbrengen van tucht, het snel en juist reageeren op bevelen e.d.,
terwijl bovendien groote aandacht dient te worden besteed aan het verhoogen
van de physieke paraatheid. Het is natuurlijk ondoenlijk, den stadswachten
een grootere mate van geoefendheid te geven dan het overige leger. Dit
moet met uit het oog worden verloren, in het bijzonder niet als het gaat
om de bediening van moeilijk te hanteeren wapens.
De aan oefeningen te besteden tijd wordt zoodanig vastgesteld, dat, reke
ning houdend met de eischen, welke de vervulling van den normalen
werkkring den leden stelt, een voldoende geoefendheid kan worden bereikt.
Overleg met de dienstchefs en werkgevers heeft plaats.
Uitbreiding van de werkingssfeer der stadswachten tot punten in de
omliggende streken is in strijd met een der grondslagen der organisatie,
namelijk het gebruik maken van personeel, dat zoolang mogelijk zijn
normalen werkkring moet vervullen.
Voor de punten in de omliggende streken is oprichting van afzonderlijke
stads- of landwachten de aangewezen oplossing. De stadswacht te Medan
is in feite dan ook een complex van stadswachten.
De gedeeltelijke motoriseering van de stadswachten houdt mede verband
met de uitgebreidheid der betrokken plaatsen en maakt een economisch
gebruik van de beschikbare krachten mogelijk.
De voor de stadswachten benoodigde wapening is besteld. In het huidige
tijdsbestek is het niet gewenscht, nader aan te geven wanneer de wapening
kan wc-rden verwacht. De voorziening van de stadswachten met de overige
materieele uitrusting vindt voortgang.
Dat de stads- en met name ook de landwachten bestemd zijn voor de
verdediging van de bevolking tegen het optreden van de „vijfde colonne"
en van parachutisten, werd reeds in het vorenstaande uiteengezet. Inscha
keling van de bestuurspolitie mede voor dit werk is niet aangewezen, omdat
deze als politie een andere taak heeft.
Ook een wederinstellen van pradjoeritkorpsen, welke zoo zij weer
werden opgericht toch ook een politietaak zouden moeten krijgen, is niet
doelmatig. Het mag als bekend worden verondersteld dat de pradjoeritkorpsen
indertijd werden opgeheven, omdat de hun toebedeelde taak door andere
politiekorpsen kon worden opgevangen.
Het zal wel geen betoog behoeven, dat waar tot de oprichting van land
wachten zal worden overgegaan, aan de indeeling van hen, die reeds een
groote vaardigheid bezitten in het hanteeren van vuurwapenen, zooals bijv.
goede jagers, zeer zeker volle aandacht zal worden besteed.
Ten slotte zij opgemerkt dat het instituut van stads- en landwachten
slechts voor den duur van den oorlog stand zal houden, omdat in vollen
vredestijd een groote bereidheid tot het brengen van offers niet te ver
wachten is. Is het noodzakelijk, deze instelling in een of anderen vorm te
handhaven, dan vervalt men vanzelf in een militie- of ander reserve
systeem. Een en ander is uiteraard bij de behandeling van de voorstellen
tot invoering van een Inheemsche militie onder de oogen gezien. (Als voren,
Oorlog.)
10. GEEN SCHEIDING VAN LEGERCOMMANDO EN DEPARTE
MENTSLEIDING.
Hoewel een scheiding tusschen het legercommando en de departements
leiding op het eerste gezicht aanlokkelijk lijkt zou zij als gevolg van het
in zeer sterke mate in elkaar grijpen van de aangelegenheden welke beide