1175 transportvliegtuigen niet thuis. De overige bij vloot en leger in gebruik zijnde vliegtuigen zijn geschikt en ingericht voor offensief optreden. Voor stellen, welke verhooging van de offensieve kracht van den Marine-lucht vaartdienst beoogen, zijn bij de Regeering in overweging. (.Als voren, Alg. gedeelte.) 14. DE VLOOT. Naar aanleiding van het in het afdeelingsverslag uitgesproken oordeel, dat de voorstellen tot vlootversterking niet aan de verwachting beantwoor den en dat gestreefd dient te worden naar algeheele uitvoering van het slagkruiserplan, moge de Regeering opmerken, dat Zij, wat de uitvoering van dit plan betreft, Haar inzichten niet heeft gewijzigd, doch dat de om standigheden er toe nopen op zoo kort mogelijken termijn in een doelmatige versterking van de vloot te voorzien. Zulks kan thans alleen geschieden door snelle aanschaffing van klein materieel en versterking van den Marine-luchtvaartdienst. 'Bij evenbedoelde aanschaffingen wordt rekening gehouden met de samenstelling, zooals die in het vlootplan-1940 werd beoogd, waar mogelijk uitgebreid. De aanbouw van het groote materieel zou, indien dit al mogelijk ware, zooveel tijd vorderen, dat daardoor geen onmiddellijke versterking van dit deel der weermacht zou worden verkregen. Overigens hebben de zoowel langs officieelen als onofficieelen weg inge wonnen informaties naar de mogelijkheid van aanbouw van grooter materieel in Amerika een volkomen negatief resultaat opgeleverd hetzelfde geldt voor aanbouw in het Britsche Rijk. Ook omtrent de mogelijkheid van aanbouw in een der Zuid-Amerikaansche Republieken werden inlichtingen inge wonnen, hetgeen evenmin succes heeft opgeleverd. Voor zooveel Amerika en het Britsche Rijk betreft dient de oorzaak daarvan te worden gezocht in de overbelasting der inrichtingen van aanbouw voor eigen behoefte, terwijl de aanbouw in Zuid-Amerika geheel afhankelijk is van de Noord-Ameri- kaansche industrie. Ook de mogelijkheid van aankoop moet door de poli tieke omstandigheden uitgesloten worden geacht. Den leden, die verzochten om de verzekering, dat bij de versterking van de maritieme defensie de nadruk wordt gelegd op uitbreiding van de lucht macht, zij opgemerkt, dat de luchtmacht, evenals alle andere wapens, een onderdeel van de vloot vormt en in beginsel geen enkel onderdeel ten koste van een ander mag worden verzwakt. Dat aan de luchtmacht groote waarde wordt toegekend, bewijst reeds het vlootplan 1940. Intussohen nopen de bestaande omstandigheden, zooals de aanschaffings- mogelijkheid, tot verhooging der offensieve kracht van de vloot door verdere uitbreiding der luchtmacht. Walmeer deze leden echter met hun vraag mochten bedoelen, dat naar hun meening de marine-luchtmacht als voornaamste wapen der maritieme verdediging zou moeten worden beschouwd, kan worden medegedeeld, dat de Regeering, mede op grond van hetgeen is gebleken uit het verloop der krijgsverrichtingen in den huldigen oorlog, het vliegtuig niet in staat acht het artillerieschip te vervangen. Van de 69 mm., die, verdeeld over de begrootingen voor 1940 en 1941, in totaal voor versterking van de zeemacht in deze gewesten is opgebracht, komen rond 65 mm. ten laste van de rijksbegrooting. Ten aanzien van de vlootbasis wordt voortgegaan alsof aan den bouw van slagkruisers was begonnen. Dat hier te lande nog niet over de geheele linie is overgegaan tot bewa pening van de schepen der Gouvernements Marine en der scheepsmaat schappijen vindt zijn oorzaak hierin, dat het daarvoor benoodigde geschut vooralsnog niet in voldoende mate aanwezig is en pogingen om zoodanig geschut aan te koopen slechts ten deele zijn geslaagd. (Als voren, Marine.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 99