97 basis voor een aanval op Arabon of voor het dekken van een uit eenigerlei richting door de Celebes Zee tegen Borneo gerichte beweging. De conclusie luidt derhalve dat aangenomen dat de V.S., Brittannië en Australië vastbesloten zijn, weerstand te bieden aan eiken Japanschen inval in N.-I. en dat de N.-I. strijdkrachten waakzaam en vastbesloten zijn het ondernemen van een plotseling en Japanschen greep naar Borneo of eenig ander eiland van den archipel uiterst onwaarschijnlijk is, dat de Japanners in de allereerste plaats werkdadige vijandelijkheden zullen moeten bedrijven tegen Britsche en Amerikaansche bases, hetgeen op zichzelf een zware beslissing inhoudt, terwijl een van die acties voldoende oponthoud zal verschaffen om de aankomst van de Amerikaansche vloot mogelijk te maken en de Nederlandsche eilanden met Australische troepen en lucht strijdkrachten te doen versterken. Van een andere zijde bezien, kunnen de Japanners slechts weinig hoop koesteren, de wereld op Hitlersche wijze voor een fait accompli te stellen. Onder die omstandigheden zullen zij öf moeten toegeven, of een full-dress oorlog met de V.S. en Groot-Brittannië moeten aangaan onder verhoudingen, die vrijwel gelijk staan met een vooraf uitgemaakte nederlaag, een oorlog, waarbij zij niets te winnen en alles te verliezen hebben en waarin zij vrijwel niet kunnen hopen op de overwinning. Het zou bovendien een oorlog zijn, waarin hun nieuwe bondgenooten hun ook niet den geringsten steun zouden kunnen verleenen, uitgezonderd wellicht dien van enkele technische deskundigen, gezonden langs den Trans-Siberisehen spoorweg althans indien Stalin dat zou toestaan, hetgeen in het geheel niet zeker is. Er kan nauwelijks aan worden getwijfeld, dat een verstandige Japansche regeering bij zulk een vooruitzicht niet de voorkeur zou geven aan een redelijke regeling van de zaken in China en het Verre Oosten en niet bereid zou zijn, liever eenige offers te brengen aan het welzijn van de natie, dan zich te storten in zulk een reeks van dwaasheid en rampen. Doch voor het bereiken van zoodanige verhoudingen is het voor de Engelsch sprekende naties absoluut noodzakelijk, vereend te staan en den Nederlanders hun vollen steun te verzekeren. Ziet, hoe de verschillende bases elkaar aanvullen. Hongkong en Manila, Ambon en Port Darwin, Singapore en Soerabaia. Het zijn bovendien de vereenigde zeestrijdkrachten van de drie landen, die het formidabele geheel maken, dat noodig is om de Japanners hun slagvloot te doen wagen voor het begeleiden van hun transportschepen. Derhalve is samenwerking volstrekt noodzakelijk. En het moet een samenwerking zijn, waarvan de Japanners het bestaan weten en welke is aangevuld door de vereischte militaire en maritieme besprekingen, die in staat stellen, de gezamenlijke maatregelen met elkaar in overeen stemming te brengen. Vrome verklaringen van „good-will" zullen in Tokio niet worden geteld. Hieraan moet worden toegevoegd, dat practische stappen ter versterking van de gezamenlijke positie zeer goed zouden kunnen worden gedaan zonder onnoodige wijziging van de huidige schikkingen. Voor Brittannië zou het aangewezen kunnen zijn, de luchtstrijdkrachten in Malakka te versterken Australië zou Port Darwin, Nederland zou Ambon kunnen uitbreiden en versterken, terwijl wij een divisie zware kruisers in de Australische en Nieuw-Zeelandsche wateren zouden kunnen laten kruisen, een aantal vliegtuigen en onderzeebooten meer naar Manila zenden en maatregelen nemen, dat de Japansche concessionarissen in Davao geen last veroorzaken. Deze maatregelen en de voor alles noodzakelijke besprekingen en voorberei dende regelingen zouden voldoende zijn om N.-I. tegen elke Japansche raid te beveiligen, terwijl een aanval in grooten stijl voldoend zou worden vertraagd om sterkere krachten in staat te stellen tot toesnellen, teneinde aan dien aanval het hoofd te bieden. De nadruk moet er op worden gelegd, dat wij beoogen, den toestand in het Verre Oosten te kalmeeren onder militaire waarborgen, die ons zekerheid geven, dat het later niet in onzen rug tot een uitbarsting komt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 101