niemand minder dan onze grootste vlootvoogd, Michiel Adriaens-
zoon de Ruyter, die mariniers wenschte. En het was niemand min
der dan een onzer grootste staatslieden, Johan de Witt, die het
voorstel van den admiraal de vereischte toestemming deed ver
werven.
Kolonel Willem Joseph baron van Ghent is de eerste die, van
10 December 1665 af, het „Regiment de marine" commandeert.
Binnen een jaar tijds krijgen de mariniers de gelegenheid, te
bewijzen dat zij als scheepssoldaat en als expeditionnair soldaat
ruim aan de gestelde eischen voldoen. Zij nemen deel aan den
Tweedaagschen Zeeslag (4 en 5 Augustus 1666) en, versterkt met
gewone infanterie, voert onze sterke vloot hen zegevierend de
Medway op aan den wal gezet bestormen en veroveren zij het
fort Sheerness, den sleutel van de rivier. Onze bondgenoot van
thans draagt ons geen kwaad hart meer toe om dien tocht naar
Chatham op 21, 22 en 23 Juni 1667. De Brit van heden acht ons
om dit stoute wapenfeit. Voordien hadden slechts de Noormannen
iets soortgelijks gepresteerd nadien zag zelfs Napoleon er geen
kans toe en in deze dagen ziet iemand anders in machtelooze
woede, dat hij er nooit de kans voor zal krijgen.
Het jaar 1672 wordt een rampjaar voor ons Vaderland. Maar het
houdt een machtig schoone les in.
Het leger was ernstig verwaarloosd, de vloot van den 2en Engel-
schen oorlog had gelukkig nog geen tijd gehad te verouderen.
Als Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen ons met z'n vieren
tegelijk bedreigen, gaat het in 't oosten en zuiden des lands slecht,
zeer slechtdiep dringt de vijand het land binnen. Eerst dan gaat
men het leger versterken mede in die versterking deelen de mari
niers 93 compagnieën worden geteld. De Ruyter vaart uit2400
mariniers vergezellen hembij Solebay worden de vereenigde
Fransche en Engelsche vloten verslagen
Dat geeft lucht. Nauwelijks is de vloot weer binnen of de mari
niers gaan eraf en vechten met hun wapenbroeders, die van stonde
af aan te land waren ingezet, bij Oudewater en Woerden. In 1673
dreigen de herstelde vloten der tegenstanders opnieuw het gevaar
voor een landing is zeker niet denkbeeldig. Welaan, nogmaals vaart
Michiel Adriaenszoon uit. „Niet afwachten, den vijand opzoeken",
is zijn parool. Uit de waterlinie neemt hij nu 2200 mariniers mee
en doet hen deelen in zijn overwinning bij Schooneveld en Kijk
duin. Weer aan land, vechten zij bij Naarden aan 't Oostfront. En
zoo gaan zij door 3200 van hen varen op de eskaders van De
Ruyter en Tromp naar Martinique en den Loiremond in 1674 de
overigen vechten vrijwel gelijktijdig bij Seneffe in de Zuidelijke
Nederlanden. Hier tellen zij de gevallenen bij honderdtallen, maar
niet voor niets sneuvelden die, Bosscha noemt dezen slag „de
1) InNeerland's heldendaden te land.
6