eerherstelling der Nederlandsche krijgsmacht". Zoowel in als buiten Europa wordt doorgevochten tot 1678 de mariniers waren overal present en hadden een zeer groot aandeel in dezen oorlog. Stadhouder Willem III betoonde herhaalde malen in woord en daad den mariniers zijn tevredenheid en dank de regeering kon geen woorden vinden, maar deed een ferme daad zij dankte hen af na den vrede van Nijmegen en nam wat landsoldaten aan. Spoedig had zij daarvan diep berouw. Tijdens den tweeden oorlog met Frankrijk leed een eskader onder Hidde de Vries de nederlaag tegen den Duinkerker kaper Jean Bart, welke nederlaag voor een groot deel werd toegeschreven aan het feit, dat er geen zeesoldaten op de vloot waren. Een poging, in 1688 gedaan, een vast, in compagnieën ingedeeld, Korps bootsgezellen ter sterkte van 9000 man te formeeren, mis lukte, omdat de matrozen niet steeds onder de krijgstucht wensch- ten te staan. De mariniers hadden zich automatisch gevormd tot wat de voor schriften onzer hedendaagsche Koninklijke Marine van hen eischen, waar zij bepalen, dat het aan boord geplaatste Detache ment Mariniers zal zijn „het militaire element". Dank zij het krachtig streven van Prins Willem III waren er weder mariniers, toen in den Spaanschen Successieoorlog (1702 1713) Nederland en Engeland samen den strijd aanbonden tegen Frankrijk en Spanje 3600 zeesoldaten stonden gereed. Deze oorlog werd zoo goed als geheel in Spanje uitgevochten, vandaar „Spanje" in het vaandel van het Korps Mariniers x). Volstaan worde met twee der voornaamste wapenfeiten, nl. die geschreven staan in het vaandel der Engelsche mariniers Gibraltar en Barcelona. Den len Augustus 1704 zeilde een Engelsch-Nederlandsche vloot de baai van Gibraltar binnen, zette 1800 mariniers aan den wal, die de gemeenschap van de stad met het binnenland afsneden. Na een bombardement van de vloot bestormden op den vierden de mariniers de rots en namen de vesting. In 1705 bracht de bondgenootschappelijke vloot haar mariniers naar Barcelona. Door den aanval op en de inname van de vesting door 12 Engelsche en 4 Nederlandsche bataljons mariniers, ver sterkt met 2 regimenten dragonders, werd Barcelona bezetmoest daarna een beleg van anderhalve maand doorstaan, aan de zee zijde geblokkeerd door een Fransch-Spaansche vloot, aan de land zijde bestookt door een leger van 24.000 man. Het opdagen van de Engelsch-Nederlandsche vloot deed den vijand het beleg opbre ken. Het nagezonden leger zal nog tot den vrede van Utrecht in 1713 in Spanje vechten. Een deel der mariniers blijft bij het leger ingedeeld en zij hebben hun evenredig aandeel in de 22.000 man, die vielen op het Iberisch Schiereiland, daar vielen voor Nederland! 7 Dit vaandel voert de namen Chatham, Seneffe, Kijkduin, Spanje, West- Indië, Doggersbank, Algiers, Atjeh, Bali.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 11