Nu volgt een halve eeuw van betrekkelijke rust. Het moegestre den land onderhoudt nog één regiment zeesoldaten, waarop in 1763 plotseling een beroep wordt gedaan om een ernstigen slaven opstand in onze kolonie Berbice te dempen. Na terugkeer in 1764 blijft het regiment in dienst „tot het doen van expeditiën over zee en voorts op de schepen van oorlog". In 1773 varen zij weder uitnu, om in Suriname een opstand te bedwingen. Maar deze koloniale expedities deden hen het werk aan boord niet vergeten of verleeren. In den aanvang van den zeeslag bij Doggersbank in 1781 zagen de Engelschen tot hun groote verwondering de eskaders van Zout man en Van Kinsbergen op korten afstand liggen, alsof zij gingen paradeeren, terwijl de mariniers hun snaphanen geschouderd hiel den als op een wapenschouwing. Tot uit dit goed gedisciplineerde geheel plotseling de salvo's van kanon en geweer losbrandden en den eersten feilen klap gaven in den verbitterden strijd, die met een overwinning onzerzijds eindigde. Vervolgens zien we de mariniers op de vloot voor Algiers in 1816, waarbij een 2e luitenant, een sergeant en twee mariniers, als eersten in de rij, de Militaire Willemsorde 4e klasse verdienen, bij Saparoea in 1817, bij Palembang in 1819 en in den Java-oorlog van 18251830, naast het Indische leger, waarmee in de jaren nadien in nog vele expedities een hechte vriendschapsband op 't gevechtsterrein zal worden gesmeed. In den Belgischen opstand strijden de mariniers bij Dender- monde, voor Antwerpen en in Staats-Vlaanderen. Zij hadden „als Hoedjesmannen den muiters een blijvenden schrik ingeboezemd en voor zichzelven een blijvende reputatie verworven". Dan hebben zij hun aandeel in meer dan vijftig expedities in Oost-Indië, in trouwe samenwerking met matrozen van de vloot en soldaten van het leger. Waar de landingsdivisiën van Zr. en Hr. Ms. Schepen aan de krijgsverrichtingen deelnemen, bestaan zij steeds uit een conglomeraat van matrozen en mariniers. De naam landingsdivisie doet wel eens de gedachte aan mariniers op den achtergrond geraken, maar zij waren erbij of in eigen een heden geformeerd, of de matrozensecties encadreerend, öf zoowel het een als het ander doende. Eenige namen ter herinnering Bali, Boni, Borneo, Timor, Flo- res, Djambi, Bandjermasin, Deli, Lombok eenige der vele waar over de mariniers kunnen meespreken. Bijzonder trekt de aandacht het optreden in Afrika, op de Goud kust, waarheen Zr. Ms. Metalen Kruis o.a. dertig mariniers mee voerde en in 1867 aan den wal zette om eerbied voor het rood- wit-blauw af te dwingen. Na de bekende forceering van de Straat van Simonoseki door Zr. Ms. Medusa in 1863 gaan de zeesoldaten den wal op om, samen met de Britten, de Mata-murabatterij der Japanners te vernagelen. 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 12