De formatie van 1830 was een vredesformatie zij telde totaal 603 Europeesche officieren, 37 Inlandsche officieren en 12.905 on derofficieren en minderen. Maatregelen waren beraamd voor op voering van de sterkte tot een z.g. „sterkte op groot compleet" 640 officieren en 15.698 man. Door inschakeling van de schutterijen, pradjoerits en het korps van Sentot kon een oorlogssterkte worden bereikt van 640 officieren en 21.486 man. 1840. 1854. Als bijzonderheid zij vermeld, dat het in de bedoeling lag, het leger te velde te organiseeren in 3 brigades (1 per Militaire Afdee ling) en 1 reserve-brigade, elk bestaand uit staf, 4 bataljons infan terie en hulpwapens. Door verschillende omstandigheden is aan deze formatie nimmer volledig uitvoering gegeven vermenging met deelen van de formatie van 1840 en onderhandsche willekeu rige regelingen leidden tot het ontstaan van een „normale", een 12 memorie], eenige kleine garnizoenen op Java, een algemeen depót te Wel tevreden en de troepen in de Buitenbezittingen (Sumatra's Westkust, de Lampongs, Palembang, Banka, Riouw, W.-Borneo, Z. en O.-Borneo, Celebes en de Molukken). Cavalerie 8 compagnieën (Regiment Huzaren nr. 7) Artillerie 12 compagnieën, 1 depótcompagnie en 1 divisietrein. Pioniers 2 compagnieën. Infanterie 12 veldbataljons, elk samengesteld uit staf en 6 compagnieën, en alle op Java, doch het 1ste, 6de, 10de en 11de bataljon bestemd voor expeditie. Een algemeen depót van 7 afdeelingen vormde de uit gemengde EuropeeschInheemsche compagnieën bestaande gamizoensinfanterie voor onderscheidenlijk 1 de 1ste Militaire Afdeeling op Java en de Lampongs, 2 de 2de Militaire afdeeling op Java, 3 de 3de Militaire afdeeling op Java en Borneo en Timor, 4 het Gouvernement der Molukken, 5 het Gouver nement Makassar, 6 Banka en Riouw, en 7 Sumatra m.u.v. de Lampongs. Cavalerie Staf en 8 compagnieën. Artillerie Staf en 15 compagnieën, waaronder 2 batterijen veld-, 5 batterijen berg- en 3 compagnieën vestingartillerie, verdeeld over verschillende posten op Java en in de Buitenbezittingen. Sappeurs Staf en 6 compagnieën. In totaal telde de formatie van 1840 820 Europeesche officieren, 59 Inland sche officieren en 19.115 onderofficieren en minderen. Infanterie 16 veldbataljons, elk bestaand uit staf en 6 compagnieën, en 3 algemeene depóts of subsistentenkaders te Batavia, Semarang en Soera- baia. Voorts garnizoensbataljons te Batavia, op Sumatra's Westkust, op Banka, te Palembang, in de Molukken en op Celebes, garnizoenscompag nieën te Riouw, Benkoelen, in W.-Borneo en Z. en O.-Borneo en detache menten op Flores, op Timor en in de Lampongs. Cavalerie Staf en 8 compagnieën. Artillerie Op Java 2% veld- en 5 bergbatterijen benevens 7 compagnieën vestingartillerie in de Buitenbezittingen 1 bergbatterij op Sumatra's West kust en detachementen op Banka, te Palembang, in Benkoelen, op Riouw, Borneo, Celebes, Timor en in de Molukken. Sappeurs en mineursStaf en 4 compagnieën. Totale sterkte 1.106 Europeesche officieren, 120 Inlandsche officieren en 26.589 onderofficieren en minderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 16