het werkelijk vrede geworden zal zijn en geen oorlogsdreiging in
de lucht blijft hangen, vermindering ondergaan, mits het blijvende
gedeelte zoo is georganiseerd, dat snelle uitbreiding in geval van
opnieuw optredende spanning mogelijk is. Een recruut kan in
6 a 8 maanden voor de eenvoudigste functies worden opgeleid
maar om 30 recruten snel af te richten heeft men 3 man kader
noodig. Zou men dus het aantal soldaten in tijd van vollen vrede
willen verminderen, dan moet worden gezorgd voor een sterke,
over routine beschikkende kaderkern. Evenzeer is het noodig, de
specifiek technische diensten op volle sterkte te houden, totdat
alweer de industrie een zoodanige vlucht zal hebben genomen, dat
het leger in haar een rijke bron vindt voor snelle uitbreiding van
de noodige technici.
Wanneer men dit alles overdenkt, zal men tot de conclusie
komen dat, mits men er zich van onthoudt, naar een zeer verre
toekomst te turen, het niet moeilijk is, aan de toekomst van het
leger te bouwen. Door te bouwen aan het heden, met alle kracht
die in ons is en die door de omstandigheden wordt geëischt, leggen
wij tevens de fundamenten voor het leger in de toekomst. En wat
de zooeven bedoelde zeer verre toekomst betreft, die is toch anders
dan wij stervelingen kunnen zien, zoodat het weinig zin heeft, ons
daarin te verdiepen.
19